Vincent de Haas diaken gewijd

5 november 2007

“Ik wil mijn energie steken in een vernieuwde verkondiging van het evangelie,” zegt Vincent de Haas over zijn diakenwijding. Zondag 4 november wijdde bisschop Muskens hem in de St. Willibrorduskerk te Teteringen. Vincent is gehuwd en vader van drie kinderen. Een interview met een fotoverslag van zijn wijding.


(Alle foto’s: JohanWouters/BisdomBreda)

Verkondiging van het evangelie
“Ik bind me nu aan het bisdom,” zegt hij. “Het is een bevestiging op de plaats waar ik sta. Vanuit de parochie werd mij steeds gevraagd waarvoor ik eigenlijk ga. Ik werk voor het evangelie. Ik mag nu het evangelie voorlezen en verkondigen in woord en daad. Door mijn diakenwijding stel ik ook een teken van hoop. Velen zijn pessimistisch over de toekomst van de Kerk. Er is echter veel goeds in de Kerk. Dit mag verder gaan. Ik wil mijn energie steken in een vernieuwde verkondiging van het evangelie.”

Wijding vrucht van huwelijk
Zijn vrouw, Margriet staat achter de wijding. “De diakenwijding is een vrucht van het huwelijk,” meent Vincent. “Gaandeweg is dit er sprake gekomen. Voor onze kinderen heeft de diakenwijding iets vanzelfsprekends. Ze zijn altijd betrokken geweest bij de Kerk en voelen zich er thuis.”
Het huwelijk vraagt ook zijn eigen aandacht naast het werk in het pastoraat: “Het komt naast het pastoraat. Mijn vrouw en mijn kinderen dagen mij uit op een andere manier naar mezelf te kijken. Dit werk verrijkend.”

Jeugd in Sassenheim
Vincent heeft een lange weg afgelegd om tot deze stap te komen. Hij werd in 1953 geboren in Sassenheim. Op twaalfjarige leeftijd ging hij niet naar de toen nog bestaande kleinseminaries, maar naar het St. Bonaventuralyceum te Leiden, destijds geleid door de franciscanen. Op de vraag of deze kloosterorde een rol heeft gespeeld bij zijn keuze voor het permanente diaconaat denkt hij kort na maar schudt neen.”Het was de tijd dat in de kerk van Nederland veel gebruiken wegvielen, ook op scholen. Er kwamen geen nieuwe religieuze praktijken voor in de plaats,” herinnert hij zich.

Ontroerd in Rome
“Doordat ik was blijven zitten, moest ik na het behalen van mijn eindexamen in dienst,”vertelt hij. “Na mijn diensttijd werkte ik korte tijd bij een bank. Ik was betrokken bij mijn eigen thuisparochie in Sassenheim. In 1975 bracht ik, als gemiddelde katholiek, mijn vakantie in Rome door. Ik ontdekte dat in de voornaamste kerken er speciale deuren open stonden. Het bleek een Heilig Jaar te zijn. In Nederland had ik daar niets over gehoord.”
Deze reis bleek het begin van een ommekeer. “Ik had in Rome twee bijzondere ervaringen. Op mijn verjaardag woonde ik de eucharistieviering in de Sint Pietersbasiliek bij. Tijdens de viering viel het licht precies door het raam met een afbeelding van de heilige Geest. Gedurende hetzelfde bezoek was ik bij een mis op het Sint Pietersplein, opgedragen door paus Paulus VI. Op het plein waren ongeveer 40.000 gelovigen. Zij zongen uit volle borst het Credo, de geloofsbelijdenis. Dit ontroerde mij.”

Door details ontdek je vergezichten
Een jaar na dit bezoek gaf Vincent een andere wending aan zijn leven en ging theologie studeren aan de Katholieke Theologische Hogeschool te Amsterdam. Hij denkt met liefde terug aan verschillende docenten aldaar. Hij herinnert zich met name de kerkhistorici E. Honée en J. Jacobs. “De historici waren uiterst secure en bevlogen mensen. Prof. Honée leerde mij naar details te kijken. Door in te zoemen op het kleine ontdek je vergezichten. De laatste jaren heb ik me beziggehouden met de kerkgeschiedenis van Teteringen. Ook in de geschiedenis van deze kleine gemeenschap ontwaar je de rode draad die door de hele kerkgeschiedenis loopt. Hetzelfde geldt voor de studie van de heilige Schrift. Door in te zoemen op een perikoop, ontdek je vergezichten die zich uitstrekken naar de hele bijbel.”

Keuze voor pastoraat
Ondanks deze geboeidheid door de wetenschappelijke arbeid koos Vincent voor het pastoraat. Hij werkte op verschillende plaatsen in het land. Eerst in de Zaanstreek bij pastoor-deken Broersen van Zaandam. “Hij leerde mij het pastorale handwerk,” aldus Vincent. “Hij combineerde een hartstochtelijke bewogenheid voor de Kerk en de verkondiging met een groot hart voor mensen. Bij hem was de Kerk er echt voor de mensen. In die tijd ontwikkelde zich een interesse voor jongerenwerk. Het probleem was dat er in het bisdom Haarlem op dit gebied geen vacatures waren.” Vincent solliciteerde en ging als jongerenwerker aan de slag in Oldenzaal. “Zo leerde ik verschillende hoeken van Nederland kennen,” meent hij. “Ik ben Zaankanter met de Zaankanters geweest, Tukker met de Tukkers en nu Brabander met de Brabanders. Ik heb zo herhaaldelijk een nieuw thuis gevonden.”

Emmaüs en Hubert Lampo
P. Smulders, een van zijn vroegere docenten wist Vincent ervan te overtuigen een proefschrift te schrijven. De Haas zocht contact met W. Weren, nu hoogleraar aan het Departement Religiewetenschappen en Theologie (voorheen aan de Theologische Faculteit te Tilburg). Vincent wilde nadenken over de relatie tussen de bijbel en het jongerenwerk, bijbel en moderne cultuur.
“Het centrale verhaal in het jongerenwerk is het Emmaüsverhaal,” vindt hij. “Kijk maar naar bisschop Van Luyn van Rotterdam in wiens spiritualiteit dit verhaal een grote rol speelt. Ik heb een vergelijking gemaakt tussen het Emmaüsverhaal en een roman van Hubert Lampo, De komst van Joachim Stiller. Door zo’n studie krijg je gereedschap in handen, dat je in het pastoraat kunt gebruiken. Het was niet mijn bedoeling in de wetenschap te blijven.”

‘Samen Bisdom Breda’
Na zijn promotie kreeg Vincent twee aanbiedingen. De fraters van Tilburg vroegen hem of hij geen studiesecretaris wilde worden. Vicaris Aerden van het Bredase bisdom benaderde hem met het verzoek of hij niet binnen de opleidingen van het bisdom wilde werken. Vincent zei op beide vragen ja. Van 1996 tot 2005 was hij studierector van de bisschop van Breda, eerst in de Dienst Opleiding en Vorming, later voegde zich daar de PDOB bij. Hij was speciaal verantwoordelijk voor de vorming en beoordeling van de pastoraal werk(st)ers.
In 2005 keerde hij terug naar zijn eerste liefde, het pastorale werk en wel in Breda-Oost en Teteringen. Hij voelt zich daar thuis. “Ik geloof in de vitaliteit van deze geloofsgemeenschappen,” belijdt hij. “De kracht van een dorp ligt in het gemeenschapsgevoel. Ook in de komende reorganisatie van de parochiële structuren binnen het bisdom moeten we hier zorgvuldig mee omgaan. Wel moeten deze verbanden openstaan voor samenwerking met andere geloofsgemeenschappen. Ik verbreed de leus “Samen Teteringen” die we als parochie voeren dan ook graag naar Samen Breda-Oost, Samen Breda en samen bisdom Breda.


(Alle foto’s: JohanWouters/BisdomBreda)

Andere berichten