Ongeveer 60 Irakese christenen kwamen op zondag 31 december 2006 samen in de Sint-Josephkerk te Roosendaal om hun kerstfeest te vieren. Zij behoren tot de Chaldeeuwse parochie van Sint Thomas te Borne. Zij kwamen uit heel westelijk Noord-Brabant. Daarnaast woonden verschillende Nederlandse gelovigen van de lokale Emmaüsparochie de viering bij.
Reactie Nederlandse gelovigen
Hun pastoor, aboena Firas Youssif, celebreerde de Eucharistieviering volgens hun eigen ritus. De aanwezige Nederlandse gelovigen waren zeer onder de indruk. “Deze viering onderga je” zei P. van Leeuwen, een betrokken vrijwilliger van deze parochie. “Je verstaat er niets van, toch ben ik geraakt door hun liturgie. Er wordt erg mooi gezongen. Tegelijkertijd is het voor ons wel herkenbaar.”
Chaldeeuwse parochie Sint Thomas
Na de viering vertelde aboena Firas dat hij al twee jaar in Nederland is. “Ik ben priester van het patriarchaat van Bagdad. Daar ben ik geboren en ontving mijn opleiding. Voordat ik naar Nederland kwam, werkte ik in deze stad. Momenteel bedien ik een parochie van 4500 personen. Zij wonen over heel Nederland verspreid. Ik vier elke zondag ergens anders In Nederland de Eucharistie. We komen samen in 6 centra en 2 buitenposten. Roosendaal is zo’n buitenpost. Er leeft wel het verlangen naar een eigen kerk.”
Geen verblijfsvergunning
Naast Eucharistievieringen organiseert de Chaldeeuwse parochie ook culturele ontmoetingen en jongerenkampen. “Het grootste probleem voor veel van onze gelovigen is dat zij geen permanante verblijfsvergunning hebben. Een verblijfsvergunning betekent zekerheid. Het blijkt dat het moeilijk is voor christenen om deze te verkrijgen. Moslims krijgen deze wel. Dit is des te opmerkelijker omdat zij in Irak een meerderheid vormen,” vertelt aboena Firas. Hij gaat niet in op de politieke situatie in zijn land. “We zijn natuurlijk erg betrokken bij Irak. Veel van mijn parochianen sturen geld op naar familieleden in Irak.”
De Chaldeeuwse Kerk behoort tot de Oosters-Katholieke Kerken. Haar gelovigen leven vooral in Irak.