Op 24 en 25 maart 2022 vindt de conferentie ‘De Missionaire parochie – Als God renoveert’ plaats in Breda, of “desnoods online”, zoals de organisatie meldt op de website. Hoe zat het ook alweer met de missionaire parochie? Wat maakt een parochie missionair? Deze vragen komen aan de orde in een interview dat pastoor Eric van Teijlingen van het bisdom Haarlem-Amsterdam onlangs hield met hoofdspreker fr. James Mallon.
Door: pastoor Eric van Teijlingen
Zoals een vis moet blijven zwemmen om te blijven leven, zo moet de Kerk missionair zijn. De Blijde Boodschap verspreiden dat Gods liefde voor iedere mens is, ondersteund door een netwerk van naastenliefde, is de kern van wat ‘apostolische Kerk zijn’ (uit de geloofsbelijdenis) betekent. In woord én daad. Maar, kunnen we dat, durven we dat? En hoe moet dat? De Canadese priester James Mallon: “Durf naar buiten te gaan, vertel over de rijkdom van je geloof, kom wekelijks samen om te bidden, wees aanwezig bij belangrijke momenten van mensen én van de maatschappij, en laat zien dat God je nooit alleen laat. Op die manier wordt een parochie een missionaire parochie.” Op 24-25 maart is hij de hoofdspreker bij de conferentie ‘De missionaire parochie’.
Wat is de kern van uw programma ‘Divine Renovation’, in het Nederlands vertaald als ‘Als God renoveert’?
James Mallon: “Allereerst is ‘Als God renoveert’ geen programma, geen blauwdruk, dat je toepast op je parochie. Het is meer een samenvatting van ervaringen bij het groeien naar meer missionair elan in parochies. We zijn nu betrokken bij bijna vierhonderd initiatieven als jullie conferentie eind maart in Breda in landen wereldwijd en, hoewel geen parochie hetzelfde is, hebben we allemaal dezelfde problemen: hoe kunnen we ons geloof uitdragen in een seculiere maatschappij? Missionair zijn is moeilijk voor parochies. Het zit parochies niet in hun DNA. Missionair waren de (missie)congregaties. Zeker vroeger. Parochies waren locaties, waar gelovigen naar toegingen, zoals op zondag. Vaak een gesloten bastion. Die wereld bestaat niet meer. Statische parochies moeten dynamisch en missionair worden. Niet voor mensen ver weg, maar voor mensen op de stoep van het kerkgebouw. Ja, zelfs voor de mensen in de kerkbanken!”
“De kern van een missionaire parochie is minimaal drie dingen: ten eerste, sta open voor de kracht van de Heilige Geest. Laat God z’n werk doen en denk niet dat alles uit mensenhanden moet komen. Ten tweede, wees als parochie in alles evangeliserend. In iedere parochie vragen veel dingen hun aandacht, eerste communie of oudere parochianen, het kerkgebouw, enzovoort, maar laat missionair-zijn topprioriteit zijn in het hele parochiële leven. En stop met zaken die geen vrucht dragen. Als derde punt wil ik noemen: goed leiderschap. Zorg dat de parochie door een goed team wordt geleid. Een team wil zeggen, niet alleen de pastoor, maar hij én een aantal parochianen, die gezamenlijk de kar trekken. Tot slot mag een goede zondagse ervaring niet ontbreken. Daarmee bedoel ik dat de zondagse viering aantrekkelijk is als er mooie zang en muziek is, een echt goede preek van de voorganger en dat er een sfeer van welkom hangt zodat niet-parochianen zich er meteen welkom voelen, bijvoorbeeld omdat ze gezien worden en persoonlijk verwelkomd worden in de kerk.”
Nederland is een geseculariseerde en sterk individualistische samenleving. Waar moeten we beginnen?
Mallon: “Maak het je nooit te moeilijk. Maak geen grootste programma’s maar creëer een sfeer van aantrekkelijkheid. Neem altijd maar één stap tegelijk. Een Alpha-cursus, bijvoorbeeld, is bedoeld om geïnteresseerden in een gemoedelijke sfeer iets over Jezus, de Bijbel en de Kerk te leren. Daaruit kan ontstaan dat mensen gedoopt willen worden. Ze gaan hun levensverhaal vertellen en delen. Ook in hun privé-omgeving, in een niet-kerkelijke omgeving. Daardoor kunnen anderen weer geïnteresseerd raken. Missionair zijn is niet makkelijk. Zie het niet als een project dat af moet. Het is eerder een langdurige, continue marathon, dus met vallen en opstaan doorgaan. Missionair zijn is een mentaliteitsverandering. Dat vraagt om een lange adem.”
Voor wie is de conferentie bedoeld?
“Als de pastoor van een parochie naar de conferentie gaat en geen van zijn parochianen, of als parochianen gaan maar de pastoor niet, dan heeft deelname weinig zin. Nodig elkaar uit. Pastoors, vraag vier of vijf van je parochianen om samen naar deze conferentie te gaan. En parochianen, neem je pastoor mee. Ik zou ook willen zeggen: bisschoppen, denk na wie van je priesters of diakens je naar deze conferentie wil sturen? En vraag hen vervolgens wie van hun parochianen zij uitnodigen mee te gaan. Ga niet alleen, maar ga met een groep, want alle drie – de bisschop, de pastoor en de parochiaan – zijn van belang om een missionair elan te laten ontstaan.”