‘Wij beamen dat God dit gesprek met ons wil’: Studiedag liturgie 2013 over de Bijbel vieren

6 maart 2013

Ongeveer 90 personen namen deel aan de liturgische studiedag van het bisdom Breda. Deze vond op dinsdag 5 maart plaats in Centrum Bovendonk te Hoeven. De studiedag met als thema ‘De Bijbel vieren’ stond in het teken van de relatie tussen Bijbel en liturgie.

De dagvoorzitter, diaken Wim Tobé, plaatste de studiedag nadrukkelijk in het teken van het Jaar van het Geloof. Op 11 oktober 2011 herdacht de Kerk dat vijftig jaar geleden het Tweede Vaticaans Concilie geopend was. De constitutie over de liturgie, die beoogde de rijkdom van de Schrift meer voor de gelovigen open te stellen, was de eerste vrucht van dit concilie. De hernieuwde kennismaking met dit concilie behoort tot de doelstellingen van het Jaar van het Geloof.

In de ochtend verzorgden bisschop Liesen en Ellen Kleinpenning, verbonden aan het diocesaan vormingscentrum van het bisdom ’s-Hertogenbosch, een inleiding. In het middaggedeelte gingen de deelnemers in verschillende werkwinkels uiteen.

De schrift openleggen
Ellen Kleinpenning sprak over de structuur van de lectionaria en belichtte de principes die aan de basis van de keuzes en de ordening van de lezingen in het lectionarium liggen. Het was de uitdrukkelijke wens van het Tweede Vaticaans Concilie om binnen de liturgie de Schrift open te leggen voor de gelovigen. Dit resulteerde in 1969 in een vernieuwd lectionarium. Het nieuwe lectionarium bevat per viering alle lezingen van de dienst van het woord. Het gaat hierbij om de eerste en tweede lezing, de antwoordpsalm, het vers voor het evangelie en het evangelie zelf. Binnen de opbouw van de liturgie van het woord komt tot uiting dat het Woord van God eerst weerklinkt en wij antwoorden op het Woord van de Heer.

Het spreken van de Heer
Bisschop Liesen vroeg zich af wat dit spreken van de Heer in concreto betekent. In kerkelijke documenten zoals Dei Verbum en Verbum Domini gaat de aansporing om de Schrift te lezen gepaard met het besef dat in de Schrift de Heer tot ons spreekt. God gaat het gesprek met ons aan met de bedoeling dat wij luisteren. Zoals Augustinus het zegt spreekt God in de Schrift op menselijke wijze tot ons. Hij doet dit niet uit noodzaak maar omdat Hij ons zoekt.

Het ontstaan en het verstaan van de Schrift vindt zijn kader binnen de heilsgeschiedenis, de geschiedenis van de dialoog met ons. Om de Schrift te verklaren zijn zowel de wetenschappelijke exegese als het gelovig verstaan van belang (Dei Verbum par. 12). Dit sluit aan bij ontwikkelingen binnen de literatuurwetenschap. De bekende Franse filosoof Paul Ricoeur heeft duidelijk gemaakt dat niemand een tekst volledig objectief kan begrijpen. De exegeet Brevard Childs spreekt in dit verband over de ‘canonical approach’. De Schrift wordt gelezen binnen de gemeenschap waarin deze gestalte heeft gekregen.

Beamen
Als wij na de lezing antwoorden ‘Woord van de Heer’ beamen wij dat God ons dit gesprek met ons wil. Het unieke van het christendom is, zo vervolgde de bisschop, dat er niet alleen sprake is van een opgaande lijn van de mens naar God toe maar ook van God naar ons in de persoon van Jezus Christus. Deze beweging maken we in de liturgie.

De dag sloot af met een presentatie van de werkwinkels en de vespers van de dag, gecelebreerd door vicaris Verbeek.

 

Andere berichten