In 2014 organiseerde Caritas Banneux Bisdom Breda voor het zestigste jaar bedevaarten naar dit Waalse Maria-oord. In mei vierde men dit met een feestelijk triduum. Op zaterdag 8 november 2014 deed men dit feestelijke over voor de huidige en voormalige vrijwilligers en propagandisten van Caritas Banneux Bisdom Breda met een feestelijke bijeenkomst in Oudenbosch.
Buiten de vrijwilligers waren er ook vertegenwoordigers van andere afdelingen van Caritas Banneux en afgevaardigden van andere bedevaartorganisaties, zoals de broederschap Kevelaer-Bergen op Zoom, de Vrienden van Lourdes (Baarle-Nassau) en het Beauraing Comité Pro Maria Bisdom Breda. Het hoogtepunt van de dag werd gevormd door een plechtige eucharistieviering in de basiliek gecelebreerd door pastoor Maickel Prasing, bestuurslid van Caritas Banneux bisdom Breda, pastoor van de H. Bernardusparochie en rector van de basiliek. Hij deed dit in concelebratie met pastoor Jules Dresmé, voorzitter van Caritas Banneux landelijk en pater Wim Halters scj, die de bedevaarten vaak vergezelt. De Oosterhoutse Nachtegalen onder leiding van Wim Schoones verzorgden de gezangen.
Zorg voor de armen
In zijn homilie stond pastoor Prasing stil bij het diaconale karakter van Banneux. Maria heeft zich daar laten zien als Maagd der Armen. Maria nodigt ons uit om ons leven te richten op Jezus en zijn Blijde Boodschap en in het bijzonder op de zorg voor armen. Paus Franciscus staat nadrukkelijk in die lijn. De diaconie is wezenlijk voor de Kerk. De aandacht van de Kerk beperkt zich niet tot materiële armoede. Het zijn de armen, die Jezus als eerste heeft zalig gesproken, aldus pastoor Prasing. Wanneer mensen zich op plaatsen als Banneux inzetten voor anderen wordt iets van Gods plan met de wereld waargemaakt. Pastoor Prasing besloot zijn homilie met de bede dat de organisatie Caritas Banneux nog veel vrede en liefde mag ervaren. Hij wenste de aanwezigen alle goeds toe onder Gods rijkste zegen met een glimlach van moeder Maria.
Pelgrims bij de bron in Banneux tijdens de jubileumbedevaart van Caritas Banneux op 23-27 mei 2014. (Foto: R. Mangold)
‘Altijd een goede en warme sfeer’
Na de eucharistieviering werd de bijeenkomst voortgezet met een lunchbijeenkomst. Daar genoot Maaike Zwijnenberg uit Breda als een van de genodigden van een heerlijke salade. Ze is maatschappelijk werkster en is zeven jaar als verzorgster meegereisd naar Banneux. “Ik ben hiermee gestopt toen ik ben gaan werken,” vertelt ze. “Mijn ouders hebben me door hun verhalen gestimuleerd mee te gaan. Ik werd nieuwsgierig en op mijn zestiende werd ik medewerker. Er heerste altijd een goede en warme sfeer. Deze maakte dat ik elk jaar terugkwam. Momenteel heb ik twee kleine kinderen en zit deelname er niet in. Maar als het weer mogelijk is, ga ik graag.”
Jaar van het Gebed
Tijdens het Jaar van het Gebed besteedt de website van het bisdom Breda aandacht aan de verschillende kleinere bedevaartplaatsen in en rond het bisdom. De kleinere bedevaarten zijn van bijzondere waarde voor het geloof in het bisdom van Breda en de diaconale zorg voor bedevaartgangers. De kleinere bedevaarten, maar ook Lourdes kunnen vaak ook nieuwe vrijwilligers gebruiken. Het Jaar van het Gebed mag daartoe een impuls zijn.
Pastoor Maickel Prasing (tweede van rechts) tijdens de jubileumbedevaart van Caritas Banneux. (Foto: R. Mangold)
Banneux
Banneux is een plaats waar gebed en aandacht voor zieken hand in hand gaan. In 1933 verscheen Maria acht keer aan een eenvoudig meisje, Mariëtte Beco. Maria openbaarde zich als Maagd der Armen. Ze vroeg Mariëtte een kapel ter ere van haar te bouwen. Dit gebeurde. Er kwamen bedevaarten op gang en kort na het einde van de verschijningen vond de eerste genezing plaats. In 1949 erkent de bisschop van Luik de verschijningen. Drie jaar later volgt de erkenning door de heilige Stoel. Sindsdien komen er bedevaarten op gang. In 1985 pelgrimeerde de heilige paus Johannes Paulus II naar Banneux.
Lees ook op deze website: ‘Jubileumbedevaart Caritas Banneux bisdom Breda’ (4 Juni 2014)
En lees meer over Caritas Banneux in het Bisdommagazine over het Jaar van het Gebed (p. 24-25).