Een grote groep pastorale beroepskrachten en betrokken gelovigen was op 2 maart samengekomen in het theologencafé om met bisschop-coadjutor Van den Hende in gesprek te gaan over verschillende maatschappelijke en kerkelijke vraagstukken. Dit vond plaats in de ontmoetingsruimte van de kathedraal. De bijeenkomst was georganiseerd door het stads- en studentenpastoraat. De vragen waren vooraf ingediend. Rikie Bansbergen, pastoraal werkster bij het stads- en studentenpastoraat, leidde de middag. De vragen varieerden van de gewenstheid van het dragen van priesterkleding in het openbare leven tot de openstelling van het diakenambt voor vrouwen. Bisschop-coadjutor Van den Hende ging rustig en weloverwogen op de verschillende vragen in.
Verschillen tussen Groningen en Breda
Naast overeenkomsten signaleerde hij ook verschillen tussen Groningen en Breda. Het was hem in dit verband overigens opgevallen dat Brabanders gemakkelijk spreken over “boven en onder de Moerdijk” en weinig onderscheid maken tussen de verschillende gebieden in Noord-Nederland. “Twente is een heel ander gebied dan Groningen. In Brabant is een grote verwevenheid tussen geloof en cultuur. Brabanders zullen het Groningse katholicisme misschien wat saai vinden,” lachte hij. “Er zijn nauwelijks processies. In mei (Mariamaand) zal ik verschillende Brabantse bedevaartsplaatsen bezoeken. Ik ben benieuwd hoe dat zal zijn." Bisschop-coadjutor Van den Hende merkte wel op dat de situatie op de Zeeuwse eilanden meer overeenkomt met Groningen.
Toekomst van de kerk
Gevraagd naar de toekomst van de kerk van Breda antwoordde hij. “We zullen te maken krijgen met kleinere aantallen. Parochies zullen in grotere verbanden met elkaar in gesprek gaan om samen te werken. Het is van belang hierbij het geloof centraal te stellen en elkaar in geloof vast te houden.”
Bisschop-coadjutor Van den Hende wil proberen het geloof ter sprake te brengen bij de jonge generaties. Hij heeft hierover concrete ideeën. Hij hoopt deze binnenkort te presenteren.