Ruim dertig pastorale beroepskrachten bezochten op maandag 14 september 2009 de bijeenkomst in het bisschopshuis over het kerkgebouw als huis van God. Bisschop Van den Hende, vicaris Vincent Schoenmakers en Leo Moeleker, voorzitter van het dekenaatsbestuur van dekenaat De Baronie, verzorgden de inleidingen.
Huis van God
De drie inleiders gingen uit van de katholieke visie op kerkgebouwen, die door de diocesane campagne ‘Het kerkgebouw: Huis van God’ voor het voetlicht wordt gebracht. Vicaris Schoenmakers vergeleek kort de visie van de Protestantse Kerk in Nederland op kerkgebouwen met die van de bisschoppen. “In de Katholieke Kerk is een kerkgebouw gewijd. Een kerkgebouw van hout en steen, profaan dus, wordt met een eredienst gewijd, op de eredienst betrokken,” vervolgde vicaris Schoenmakers. “Het wordt gewijd en is daardoor geheiligd. Het wordt een plaats met een specifieke uitstraling, een plaats als het ware door God zelf bezocht en aangeraakt.”
Plaats van samenkomst
De vicaris merkte op dat de kerk het huis van God is en ook de plaats waar mensen samenkomen voor viering en gebed, schriftlezing en ontmoeting. “Het kerkgebouw, hoe mooi ook, en hoezeer Domus Dei (‘huis van God’) en zelfs Porta Coeli (‘poort naar de hemel’), op zich is het om zo te zeggen ‘te weinig’. Het kerkgebouw kan slechts werkzaam een teken van Gods aanwezigheid onder ons zijn en als zodanig voorafbeelding van het hemelse Jeruzalem (Porta Coeli), als wij zelf ons als levende stenen laten opbouwen op het fundament Christus.”
Catechetische investering
Bisschop Van den Hende ging in op de sluiting van kerkgebouwen en het belang om in zaken van herbestemming en nevenfuncties de betekenis van de kerk als het huis van God goed in beeld te houden. “In maatschappelijke discussies is de kerk een plaats van samenkomst, een brok geschiedenis, een sacrale ruimte, een ruimte voor bezinning of een publieke ruimte,” aldus de bisschop. In die zin ligt er voor parochies en het bisdom een uitdaging naar de omgeving toe, om het kerkgebouw als huis van God te presenteren. Bisschop Van den Hende: “Er zou meer catechese nodig zijn om dit besef een impuls te geven. Er is een catechetische investering nodig, opdat de mensen als levende stenen dragers blijven van dit besef.”
Praktijk van herbestemming en nevenfuncties
Leo Moeleker gaf een brede bestuurlijke blik op de problematiek van herbestemming van kerkgebouwen. “Elke vitale geloofsgemeenschap heeft recht op een ruimte voor samenkomst,” hield hij zijn toehoorders voor. “Een geloofsgemeenschap moet voortdurend aandacht hebben voor haar kerkgebouw. Je bent te laat wanneer het kerkgebouw te groot wordt of de inkomsten ontoereikend zijn.” Hij deed een aantal aanbevelingen voor geloofsgemeenschappen die denken over herbestemming van hun kerk. Zo adviseerde hij vroegtijdig goed vast te leggen wat je wil, geen concessies te doen die de waarde van Gods huis aantasten, draagvlak te scheppen en tijdig met alle belanghebbenden te communiceren. Hierbij mogen de media niet vergeten worden.
De discussie die volgde, ging ook in op de liturgische ruimte in verpleeg- en verzorgingshuizen. Voor de bijeenkomsten in het bisschopshuis worden alle pastorale beroepskrachten werkzaam in het bisdom van Breda genodigd. Onder de deelnemers zijn ook altijd beroepskrachten uit de zorg aanwezig.
De inleidingen zullen gebundeld worden in een brochure.