Woensdag 25 april 2007 overleed in Roosendaal de letterkundige Jan Cartens. Hij was vooral bekend in westelijk Noord-Brabant. Zijn autobiografische werken Een roomsche jeugd (1980) en Van katholieken huize (2000) trokken ook landelijk aandacht.
Jan Cartens werd in 1929 geboren in Roosendaal. Na de voltooiing van zijn gymnasiumopleiding studeerde hij Nederlands aan de School voor Taal- en Letterkunde in den Haag. Hij gaf op verschillende scholen Nederlands, laatstelijk aan het Newman College in Breda.
Cartens geldt als een vertegenwoordiger van de “Heimatliteratur”. In de meeste van zijn boeken fungeert het katholieke Roosendaal van de jaren dertig en veertig als achtergrond. Dit geldt uitdrukkelijk voor Een roomsche jeugd waarin hij zowel de geborgenheid als de benepenheid van het katholieke leven in deze Brabantse provinciestad oproept. In Van katholieken huize beschrijft hij van binnenuit de geestelijke ontwikkeling van een katholieke intellectueel in het naoorlogse Nederland. Velen herkennen hun eigen levensweg in deze boeken waarin bevreemding over en heimwee naar vroeger om de voorrang strijden.
Jan Cartens is op 1 mei 2007 begraven vanuit de Moeder Godskerk te Roosendaal.