Bisschop Van den Hende: “Mensen waren tijdens de bedevaart naast hoorders ook dragers van het Woord”

28 mei 2009

Na een lange periode van voorbereiding vond de afgelopen dagen de bisdombedevaart naar Lourdes plaats. Aan het eind van deze bedevaart blikt bisschop Van den Hende kort terug op de reis.

Hoe heeft u de bisdombedevaart ervaren?

“Het was een bijzondere reis waarmee je al tijden van tevoren bezig bent met de voorbereiding. We hebben intens over de inhoud van de catecheses nagedacht en het motto ‘Mij geschiede naar Uw woord’ uitgediept. Tijdens de bedevaart kon je vernemen dat veel pelgrims open stonden voor de catechese en de verdieping, en dat ze tijdens de bedevaart naast hoorders ook dragers van het Woord konden zijn door het te bewaren en erover te spreken. Er zijn veel gesprekken over het geloof geweest.
In Lourdes hadden de mensen die op reis waren een hechte gebedsverbondenheid met het bisdom thuis. In de eerste plaats, omdat we op onze reis vele gebedsintenties hadden meegekregen, enkele honderden. Deze kaarten hebben we zichtbaar meegedragen in de liturgie en bij de grot geplaatst om ze bij Maria te brengen en haar voorspraak te vragen.
Ik ervaar het als een groot geschenk als je met zoveel mensen het vertrouwen in God kunt delen en je rond Maria verbonden mag weten met vele mensen die in geloof op weg zijn als pelgrims door het leven.”

Het gekozen thema van de bisdombedevaart heeft zijn werk goed gedaan?

“Op bedevaart gaan betekent dat je op reis gaat en gastvrij ontvangen wordt. Er is onderdak. Er is aandacht en zorg voor de pelgrims en het is Maria die ons op een bijzondere manier in Lourdes nabij is. Pelgrims doen in een paar dagen heel veel indrukken op en dan is het belangrijk om in gezamenlijkheid steeds een thema als uitgangspunt te hebben.
We kozen voor een bijbels thema ‘Mij geschiede naar Uw woord’. Het zijn de woorden die Maria sprak in antwoord op de engel Gabriël. En steeds opnieuw hebben we in de loop van deze dagen nagedacht over de vraag of haar woorden in geloof ook ónze woorden, óns antwoord kunnen zijn.
Omdat het thema verbonden met deze vraag zowel in de liturgie als in de catechese alsook in de persoonlijke ontmoetingen ruime aandacht kreeg, is gebleken dat de geloofservaringen en vele indrukken – die vaak heel persoonlijk zijn en van pelgrim tot pelgrim kunnen verschillen – als het ware toch samenkomen in het bijbelse woord van Maria, bij wijze van fundament van de bedevaart.
Door je samen tot deze woorden van Maria te verhouden wordt de geloofsverbondenheid met elkaar verdiept. Het is een geloofsverbondenheid van pelgrims onderweg en pelgrims thuis in deze week, maar ook de verbondenheid met de Kerk van alle tijden en alle plaatsen, met Maria de Moeder Gods als eerste gelovige wier leven een reis is geworden met de Heer.”

De verbondenheid kreeg ook vorm in de Pinksternoveen en de Lourdeskaars die voor de bisdombedevaart werden gemaakt. De kaars bleef in Lourdes achter?

“We hebben de processiekaars vanuit Nederland meegedragen, voorzien van het bedevaartsembleem van Maria Tenhemelopneming. Deze kaars was aanwezig in de vespervieringen die we in de advent hebben gehouden in de drie dekenaten in het bisdom en was nu aanwezig in de vieringen in Lourdes. Uiteindelijk, voorafgaande aan de laatste mis, hebben we met een kleine groep de processiekaars een plaats gegeven nabij de grot en aangestoken. Een kaars aansteken is bidden zonder omhaal van woorden en de Lourdeskaars is een samenvatting van al onze gebeden. Toen de kaars brandde hebben we gezamenlijk nog eenmaal de voorspraak van Maria gevraagd voor alle pelgrims en de mensen thuis door het bidden van een Weesgegroet. Juist ook in deze kaars werd onze gebedsverbondenheid zichtbaar.”

Hoe denkt u dat de bedevaart door zal werken?

“Ik hoop dat de woorden van Maria, die we tijdens de bedevaart talloze keren hebben gehoord en gebeden, woorden zijn geworden die écht een plaats hebben gekregen in ons geloofsleven en in ons hart, opdat we in de Kerk van Breda enthousiast blijven waar het ons geloof betreft, en dat dit zich enerzijds zal uiten in kerkgang en gebed en anderzijds in de dienst aan onze naaste in het leven van alledag. Dat zal natuurlijk met vallen en opstaan gebeuren. Maar altijd met de verzekering dat de Heer ons nabij is in kracht van de Geest, zoals Hij Maria en de eerste apostelen nabij was, en in de wetenschap dat de verrezen Heer tochtgenoot is op onze levensweg.
Ik heb gebeden dat we Maria toegewijd zullen blijven, omdat zij de patrones is van ons bisdom, maar ook omdat zij met haar getuigenis en gebed ons de weg naar Christus de Heer blijft wijzen.”

 

Andere berichten