Op maandag 26 september was de eerste bisdomactiviteit in de Week van de sacramenten een avond over het sacrament van het doopsel met godsdienstsocioloog Theo Schepens en diaken René de Weerd. Ze spraken over het doopsel en over kerkopbouw vanuit identiteit.
Diaken Peter Hoefnagels, hoofd van de pastorale dienstverlening, leidde de avond in Rilland. Hij las aan het begin een boodschap voor van bisschop Van den Hende, die verhinderd was voor deze bijeenkomst.
Diaken Peter Hoefnagels opent de avond.
Situatieschets
Godsdienstsocioloog Schepens gaf aan dat het aantal doopsels het aantal uitvaarten niet bijhoudt. “Er overlijden meer katholieken dan dat er door doop bijkomen. Het bisdom Breda heeft door dat verschil tussen overlijden en doop in 2009 zo’n 7.000 katholieken minder dan in 2008.”
Hij schetste ook hoe landelijk gezien de situatie zal zijn rond 2040, het jaar waarin de mensen die rond 1960 werden gedoopt (dit waren piekjaren) 80 jaar zijn.
Schepens: “Ervan uitgaande dat een mens in Nederland gemiddeld 80 jaar wordt, kun je berekenen dat er rond 2040 jaarlijks zo’n 100.000 katholieken sterven. Daar moeten per jaar dus 100.000 doopsels tegenover staan, wil de katholieke gemeenschap op peil blijven. Maar op dit moment (in 2009) zijn er voor heel Nederland ongeveer 27.000 doopsels per jaar, volstrekt onvoldoende dus om het verlies aan overlijdens goed te maken.”
‘Naar een krachtige kerkelijke minderheid’
In het bisdom van Breda was in 1965 nog iets meer dan 60% van de inwoners katholiek. Op dit moment is dat ongeveer 40%. De Katholieke Kerk in het bisdom wordt daarmee een minderheidskerk. Een krachtige minderheid als het aan Schepens ligt, waar de lat in gelovige zin hoger wordt gelegd dan nu vaak: “Het klinkt wellicht vreemd, maar om betrokken leden te krijgen, moet het niet gemakkelijker gemaakt worden om mee te doen, maar juist moeilijker.”
Er zit voor een minderheidskerk in een religieus-pluralistische situatie als onze samenleving is, niets anders op, vindt de godsdienstsocioloog. “Mensen hebben de neiging spontaan de opvatting van de meerderheid aan te hangen. In een niet-christelijke samenleving – wat Nederland op dit moment is – ligt het niet voor de hand het christelijke gedachtegoed aan te hangen. Dat lukt alleen, als je in hoge mate betrokken bent bij een kerk of godsdienstige groepering.”
Doopsel in de H. Cathanrinakerk op de Begijnhof te Breda. (Foto: J. Wouters)
De objectieve waarde van de doop
Diaken René de Weerd schetste de praktijk van de doop in de binnenstadsparochie van Breda. Rond de Sint Catharinakerk op de Begijnhof is een levendige dooppraktijk. In 2010 werden er 90 kinderen gedoopt. De Weerd sprak over de betekenis van het doopsel voor de opbouw van de Kerk.
“Betrokken parochianen meten de waarde van de doop soms af aan het geloofsleven van de ouders die hun kind laten dopen, de kerkbetrokkenheid, de vroomheid van de ouders, en het gedrag dat sommige gezinnen vertonen tijdens de viering zelf. Je kunt met het oog hierop vragen hebben bij de motivatie van ouders,” aldus De Weerd, “maar dat stelt de objectieve waarde van de doop, waarbij het kind Gods genadegaven ontvangt, niet ter discussie.”
Onderliggende vragen van ouders
De diaken onderscheidde grofweg drie soorten onderliggende vragen bij ouders die hun kindje laten dopen: 1) de ouders voor wie het doopsel er ‘nu eenmaal bij hoort’, de echte volkskatholieken; 2) de ouders voor wie de Kerk nog steeds een drager is van normen en waarden, zonder deze normen en waarden expliciet te relateren aan het geloof in God; 3) en tenslotte de ouders die verdieping zoeken, die betekenis willen geven aan hetgeen hen is overkomen met de geboorte van hun kind.
De Weerd: “Ondanks alle verschillen is er één grote overeenkomst: ze weten weinig tot niets van de inhoud van het christelijk geloof. De participatie aan het kerkelijk leven is zeer laag. Van de andere kant: de slechte pr rondom de Katholieke Kerk is voor het gros van de ouders geen item in het gesprek.”
‘De Kerk is zingever’
De Kerk is zingever in het krachtenveld van zinzoekers en zingevers. De Weerd: “Ik ben van mening dat alleen een sterke identiteit leidt tot opbouw van de Kerk: de mensen weten waarvoor ze kiezen, dat geeft hen veel sterker de mogelijkheid trouw te blijven aan hun keuze.”
“De meeste ouders denken dat de viering persoonlijker wordt door eigen teksten. Mijn ervaring is juist het omgekeerde: de link leggen tussen de liturgie van de Kerk en het persoonlijke leven van de ouders werkt veel sterker.”
Identiteit
“Moet je bang zijn voor een sterke identiteit? Betekent dat niet dat mensen afhaken, en hun kinderen niet meer laten dopen? Ik merk daar niets van. Een sterke identiteit laten zien dwingt respect af, juist vanwege je oprechte overtuiging waar je zonder omhaal voor uit komt. Ik heb het vermoeden dat een sterke identiteit bij de voorganger juist ook meehelpt met het steviger in de schoenen staan van hen die hun kind laten dopen, juist wanneer het gaat om de motivatie van de doop naar hun eigen achterban.”
Kerk en (parochie)zaal te Rilland.
Week van de sacramenten
Van 26 september tot 2 oktober vindt de ‘Week van de sacramenten’ plaats. Met een serie kleinschalige activiteiten vraagt het bisdom aandacht voor de betekenis van de sacramenten. Het bisdom organiseert deze week -met op elke dag een activiteit- om het gelovig verstaan van de sacramenten te verdiepen, en omdat vele mensen juist rond de sacramenten in contact komen met de Kerk en het evangelie. Parochies sluiten met eigen activiteiten aan. Voor meer informatie, klik hier