Jonge en oude ‘maatjes’ ontmoeten elkaar in de Diaconale stad Roosendaal

5 september 2011

Op donderdag 25 augustus organiseerde de Diaconale Stad Roosendaal een ontmoetingsmiddag voor ouderen die meedoen aan het maatjesproject in het parochiecentrum van de Onze Lieve Vrouweparochie aldaar. De diaconale stad Roosendaal is één van de diaconale ‘centra’ van het bisdom van Breda.

De diaconale stad
Jan Damen en Benedict Laval van de pastorale dienstverlening van het bisdom spreken over een geslaagde ontmoeting. “Er participeren 24 ouderen in het project. Van hen zijn er 15 gekomen.” Ze leggen graag uit wat het maatjesproject inhoudt. “Twee jaar geleden is in Roosendaal het diaconaal centrum De diaconale stad van start gegaan. We hebben onderzocht wat we, als kerkgemeenschap, in de stad konden betekenen. We kwamen tot de conclusie dat er een behoefte leeft aan een maatjesproject voor senioren.”

Maatjes
De doelgroep bestaat uit bejaarden die ouder dan vijfenzeventig jaar zijn,” vult Benedict aan. “Geleidelijk aan hebben zich 24 ouderen gemeld. We kregen hun namen van de lokale woningstichting Aramis/Alleewonen of één van de Roosendaalse parochies,” vult Benedict aan.
“Een deel woont in het Woonzorgcomplex de BloemscheVaert. We kennen twee groepen maatjes,” vertelt Jan Damen. “De ene groep bestaat uit oudere vrijwilligers. Zij verplichten zich gedurende een langere tijd om de twee weken bij ouderen op bezoek te gaan. Daarnaast is er een groep middelbare scholieren van het Roosendaalse Norbertuscollege. Zij gaan gedurende een half jaar bij deze ouderen op bezoek. Het gaat hier om leerlingen van 4-HAVO en 5-VWO. Zij doen dit in het kader van hun maatschappelijke stage.”

De zomer: een stille tijd
Voor deze ouderen is de zomer een stille tijd. “Degenen die een jonger maatje hebben krijgen dan ook geen bezoek,” zegt Jan Damen. “Daarom besloten we samen met Aramis/Allee een ontmoetingsmiddag in de zomer te organiseren. De Onze Lieve Vrouweparochie stelde haar gebouw, een voormalig klooster, ter beschikking.” Hij is tevreden over de opkomst. “Zestig procent van de genodigden is gekomen. Ze hebben genoten van een powerpoint over het Roosendaalse klooster Mariadal. De franciscanessen verlaten hun moederhuis. Voor veel ouderen is het interessant om te zien hoe dit markante gebouw in elkaar zit. Ze hebben genoten van koffie en gebak. Daarnaast schonken we een drankje met lekkere hapjes.”

Wederkerigheid
Het maatjesproject wordt goed ontvangen. “Ik vind het vaak knap hoe jongeren met deze ouderen omgaan,” zegt Benedict Laval. “Sommigen zien hun ouder maatje als een opa of oma. Je ziet ook dat enkelen tijdens de vakantie contact houden. Ze sturen een kaartje of bellen eens op. Sommige ouderen vragen juist om een jeugdig maatje. Jongeren zijn vaak handig met de computer en helpen ouderen hiermee.” “Soms ondersteunen de ouderen op hun beurt de jongeren,” vult Jan Damen aan. Hij geeft een voorbeeld. “”Een van de ouderen kent uitstekend Frans. Zij kan leerlingen ondersteunen bij het leren van deze voor velen moeilijke taal. Dit past uitstekend bij ons uitgangspunt dat hulp wederkerig moet zijn.

Norbertuscollege Roosendaal
Ook het Norbertuscollege is tevreden over dit project. Kees Maas, sectordirecteur van de bovenbouw van de HAVO (HAVO 3-5) stelt: “Het gaat ons om een kwaliteitsvolle invulling van deze stage. We hanteren een aantal criteria. Zo willen we niet in het vaarwater van andere scholen zitten. Het moet klikken tussen de school en de organisatie waarbij deze stage plaatsvindt. Dit is hier het geval. Daarbij sluit dit project ook aan bij onze katholieke identiteit. De leerlingen schrikken eerst wel wanneer ze horen dat het om een door de Kerk gedragen project gaat. Ze komen echter enthousiast terug. Ze ontdekken dat de Kerk een maatschappelijke functie vervult. Daar hebben ze eigenlijk geen weet van. Ze zijn daarover blij verrast.”
Het Norbertuscollege continueert de maatschappelijke stage. “Zelfs als de overheid besluit dat dit geen doorgang kan vinden, moet je je als school afvragen of je zelf niet zo iets regelt,” aldus Maas. “Geleidelijk aan bouwen we dit contact verder uit.”

Uitbouw
De projectgroep is ook bezig met de uitbouw. “We gaan nog contacten leggen met De Brink, een ander woonzorgcomplex in Roosendaal,” vertelt Jan Damen. “We zoeken ook naar mogelijkheden om jongeren actief bij de organisatie te betrekken. Zo willen we een facebook-pagina opstarten en hen benaderen voor de organisatie van een kerstactiviteit. We hopen ook de ouderen eens als groep het Norbertuscollege te laten bezoeken.”
Benedict Laval richt zich op de bekendmaking van dit project in de Roosendaalse parochies. “Ik maak momenteel een rondje langs verschillende groepen in deze parochies,” zegt hij. “We maken ook flyers om de diaconale stad meer bekendheid te geven.” Beiden benadrukken dat het project niet zou kunnen slagen zonder de inbreng van pastoraal werker Cas van Beek, teamleider en pastoraal werker in de Roosendaalse Emmaüsparochie, pastor Jan van den Elsen mhm van de Onze Lievevrouweparochie en hun vrijwilligers.

De ‘Diaconale stad Roosendaal’
De Diaconale stad Roosendaal is één van de diaconale ‘centra’ van het bisdom van Breda. Het centrum is mede geïnspireerd door de spiritualiteit van de San Egidiogemeenschap. Hier worden spiritualiteit en diaconaal handelen met elkaar verbonden. Elke derde donderdagmiddag van de maand komt de kerngroep bij elkaar in het dekenaal Centrum Het Markiezaat te Roosendaal. De bijeenkomst begint met een korte viering die wordt afgesloten met een eenvoudige maaltijd. Daarna overlegt de kerngroep over de voortgang van het diaconaal centrum. De viering en de
maaltijd zijn voor iedereen toegankelijk. Opgave kan bij Jan Damen, E jdamen@bisdombreda.nl.

De Diaconale stad Roosendaal wordt mede mogelijk gemaakt door Skanfonds.

 

Andere berichten