Als je slavernij in de toekomst wilt voorkomen, moet je de geschiedenis kennen en moderne vormen van slavernij kunnen herkennen. Een stap in die richting is vrijdagmiddag 26 januari gezet met het symposium Kerk en Slavernij. Voor dit symposium kwamen honderd mensen bij elkaar in de Bredase Markuskerk waar drie sprekers ingingen op de rol van de kerk in het slavernijverleden. De persoonlijke verhalen en de wetenschappelijke onderzoeken die naar voren werden gebracht, maakten veel los. Wat overheerste was hoop, hoe fragiel die ook is. Door uitwisselingen via een symposium als deze ontstaat ruimte om eerlijk de verschillende vormen van slavernij bespreekbaar te maken en te ontdekken waar werkelijke vrijheid van uitgaat: het geloof in Jezus Christus.
Witte suprematie
In zijn inleiding vertelt bisschop Karel Choennie van het bisdom Paramaribo over het verhaal van de Marrons en hoe de geschiedenis van slavernij met al haar gruwelijkheden en vernederingen tot op de dag van vandaag doorwerkt in de Surinaamse samenleving. Maar ook in Nederland. “De toeslagenaffaire,” zo stelt de bisschop, “is een voorbeeld dat witte suprematie nog steeds doorsuddert in de mentaliteit die de slavernij mogelijk heeft gemaakt.” Ook noemt Choennie het Samoaverdrag tussen de Europese Unie en de Afrikaanse landen, de Cariben en de Stille Oceaan. “Het is een handelsverdrag, maar het bevat ook bepalingen waarin een andere agenda schuilgaat. Het gaat niet enkel over handel, maar ook over zaken als “sexual education” en EU-instructies die Surinamers en de andere aangesloten landen als door het Westen ‘opgelegd’ ervaren worden.” Wat Mgr. Choennie betreft krijgt het Samoaverdrag nog een staartje en wordt het verdrag ingetrokken. Het voelt alsof je als David tegenover Goliath staat. Maar vroeg of laat zal het steentje doordringen en een einde maken aan witte suprematie.”
‘Geest van het Christendom’
Professor Heleen Zorgdrager, hoogleraar Interculturele theologie en Missiologie aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam, was de tweede spreker op het symposium. Met de Bredase ‘Kwattafabriek’ noemt zij een lokaal voorbeeld uit het Nederlandse koloniale verleden. In het historische overzicht dat zij uitwerkt, valt het op dat Nederland tot de 17e eeuw nauwelijks slavernij kende. Zorgdrager: “Dat werd namelijk geassocieerd met de katholieke Spanjaarden en Portugezen.” Aan het begin van de 17e eeuw kwam daar met de West-Indisch Compagnie verandering in. Zorgdrager illustreert dit met een reeks voorbeelden van voor- en tegenstanders uit die tijd. Vanuit de kerk zocht men aanvankelijk naar legitimering voor slavernij, maar de kritiek nam steeds meer toe. “De Bijbel werd gebruikt als een buffet om argumenten uit te halen,” legt professor Zorgdrager uit. Uiteindelijk wint de ‘Geest van het Christendom’ en wordt na aanhoudende kritiek slavernij in de 19e eeuw afgeschaft. Toch waarschuwt zij voor de erfenis van het superioriteitsdenken, omdat het heel lang het zelfbeeld van witte Nederlands heeft bepaald. “In hoeverre werkt dit door in onze tijd, in hoe alle Nederlander ten opzichte van elkaar staan?”
Moderne vormen van slavernij
De vraag waarmee professor Zorgdrager eindigde, pakte pastor Ferdinand Igbeche van Destiny Church International op. “Iedereen schrijft geschiedenis vanuit zijn eigen perspectief.” Het is volgens hem belangrijk dat we kritisch kijken naar onze tijd en beducht zijn op moderne vormen van slavernij. Daarbij noemt hij de verstrekkende gevolgen van globalisatie. “Zolang er vraag is, zal er aanbod zijn,” redeneert hij. “Daarom zijn we allemaal betrokken, wie je ook bent.” Pastor Igbeche is blij met het symposium. Er is ruimte om te benoemen waar mensen niet de hele dag over praten, maar wat wel wordt ervaren in het dagelijks leven. Er zijn voortdurend “echos” uit het gruwelijke verleden, maar ook in deze tijd is slavernij over de hele wereld “big time business”. Daarom is de stem van de kerk belangrijk. Maar pastor Igbeche constateert dat we teveel naar binnen gericht zijn en bezig met onze eigen dingen. We laten ons niet horen in de politiek of in de pers. “Maar vandaag kunnen we laten horen dat we niet akkoord zijn met deze geschiedenis. De kerk heeft een fundamentele rol als het aankomt op vrijheid.” Igbeche: “Sorry zeggen is niet genoeg. Het vertrouwen moet hersteld worden en daar speelt de kerk van vandaag, wij allemaal, een belangrijke rol in.”
“Maar vandaag kunnen we laten horen dat we niet akkoord zijn met deze geschiedenis. De kerk heeft een fundamentele rol als het aankomt op vrijheid.”
Na de lezingen was er ruimte voor reacties en vragen aan uit de zaal. Daarin kwamen onder meer de vormen van slavernij naar voren waaraan de kerk zich schuldig heeft gemaakt. “Fysieke slavernij,” aldus Mgr. Choennie, “is te vergelijken met een mierenbeet. Het doet even pijn en dat was het. Mentale slavernij is als een schorpioenenbeet, en is dodelijk als je er niet het serum voor vindt.” De katholieke kerk heeft volgens hem misschien niet zo veel bijgedragen aan de fysieke slavernij, maar wel aan de mentale. Pastor Igbeche benadrukte wat in dit opzicht een serum kan zijn, namelijk vergeving. Maar daarvoor moet wel eerst objectief worden wat er vergeven moet worden. In de persoonlijke nagesprekken klonk bij verschillende mensen opluchting door. “Aan het verleden kunnen we niets veranderen,” klonk een van de spontane reacties. “Maar een bijeenkomst zoals deze helpt wel om elkaar te verstaan en samen een getuigenis te geven.”
Terugkijken
- Het gehele symposium is tot 26 juli 2024 terug te kijken via deze pagina op Kerkdienstgemist.nl;
- De inleiding van Mgr. Choennie is gepubliceerd op het YouTubekanaal van het bisdom Breda.
- Lees ook aankondigingsbericht Symposium: Kerk en Slavernij.
Foto’s: Ramon Mangold