Roeping en Vaticanum II

24 mei 2012

Rector Norbert Schnell van de Priester- en Diakenopleiding Bovendonk sloot maandag 21 mei de lezingencyclus over het Tweede Vaticaans Concilie af met een voordracht over roeping en Vaticanum II. De lezingencyclus werd georganiseerd door de kathedrale parochie van Breda en het bisdom van Breda.

Gemeenschappelijke roeping tot heiligheid
Rector Schnell stond stil bij de gemeenschappelijke roeping van iedere gedoopte. Voorafgaand het Tweede Vaticaans Concilie was de gewone gelovige vooral object van pastorale zorg en was er weinig aandacht voor zijn aandeel in de zending van de Kerk. “De herontdekking van de betekenis van iedere gedoopte in de zending van de Kerk is een fundamentele vernieuwing van het Tweede Vaticaans Concilie,” aldus rector Schnell.
Elke gedoopte heeft een roeping tot heiligheid. De algemene roeping tot heiligheid is de grondtoon van ieder christelijk bestaan, gaf hij aan. Deze heiligheid is zowel gave als opgave. Onder meer paus Johannes Paulus II heeft tijdens zijn pontificaat deze roeping tot heiligheid benadrukt.

Gemeenschappelijk priesterschap
De rector noemde twee documenten van Vaticanum II met name, ‘Lumen Gentium’ en ‘Apostolicam Actuositatem’. Hij ging met name in op het eerste document. De dogmatische constitutie ‘Lumen Gentium’ spreekt over de Kerk als het volk van God. Dit volk is door Christus samengeroepen als een gemeenschap van leven, liefde en waarheid. Alle leden van het gelovige volk hebben een actief aandeel in de zending van de Kerk. Het Concilie spreekt over het gemeenschappelijk priesterschap van alle gedoopten.

Pastoraat en het ambtelijk priesterschap
Binnen de Kerk bestaat naast het gemeenschappelijk priesterschap ook het ambtelijk of hiërarchisch priesterschap. Sommigen worden geroepen tot het ambtelijk of hiërarchisch priesterschap. De priesters stellen hun leven ten dienste van hun broeders voor de opbouw van het volk van God. Bisschoppen, priesters en diakens zijn er voor de gelovigen, voor het weiden van de kudde. Het Latijnse woord voor herder is ‘pastor’. Daarvan is de term pastoraat afgeleid.

Apostolaat en de zending van de leken
De constitutie ‘Lumen Gentium’ spreekt nadrukkelijk over de rol van de leken. Hun taak is het apostolaat. Zij zijn geroepen de wereld in te gaan en de tijdelijke aangelegenheden te behartigen en volgens de wil van God te regelen. Het behoort tot de taak van de herders van de Kerk de kwaliteiten van de leken te herkennen, zodat ieder volgens zijn eigen roeping aan de zending van de Kerk kan meewerken. Hoewel de eerste roeping van de leek in de wereld ligt, zijn er sommigen die de opdracht hebben om de priesters in hun zending ter zijde te staan. Rector Schnell noemde met name de pastoraal werk(st)ers en de catecheten.

 

Andere berichten