Hier vindt u de Nederlandse vertaling van de pauselijke bul, de brief waarin paus Benedictus XVI mgr. Liesen benoemt tot bisschop van Breda.
Bisschop Benedictus, dienaar van de dienaren Gods, aan zijn eerbiedwaardige Broeder Johannes Wilhelmus Maria Liesen tot nu toe titulair bisschop van Tunnunia en hulpbisschop van de zetel van ’s- Hertogenbosch, aangesteld als voornaamste bedienaar van de heilige geheimen in de kathedrale kerk te Breda, heil en apostolische zegen.
Christus de Heer, de Zoon van God, door wie God de Vader tot ons gesproken heeft en die Hij heeft aangesteld als erfgenaam van het heelal (cfr. Heb. 1, 1-2), heeft zijn apostelen bevolen het Evangelie overal aan de volkeren te verkondigen. Daarom hebben wij, aangesteld in de plaats van de heilige Petrus, de taak om als verstandige hogepriester leiding te geven aan de afzonderlijke gemeenschappen van christengelovigen.
Nu richten we onze geest tot de beminde Bredase kudde, die na de verplaatsing van onze eerbiedwaardige broeder Johannes Harmannes Josephus van den Hende naar de zetel van Rotterdam, haar herder mist.
Wij menen dus, eerbiedwaardige broeder, dat u, die wij kennen als iemand die een geestelijk leven leidt en ervaren is in goddelijke en menselijke aangelegenheden, tot herder van hetzelfde bisdom gekozen moet worden. Daarom benoemen wij u, volgens het oordeel van de Congregatie van de bisschoppen en met onze apostolische volmacht tot bisschop van de kathedrale Kerk van Breda, terwijl de rechten eigen aan deze taak gegeven zijn met de passende verplichtingen nadat u ontslagen bent van de band met de eerder vermelde titulaire zetel en de genoemde taak van hulpbisschop.
U zult ervoor zorgen dat de geestelijkheid en het volk van uw bisdom kennis kunnen nemen van deze brief. En hun allen sporen wij aan dat ze u gehoorzaam en bereidwillig aanvaarden en dat ze u graag steunen in uw vastbesloten voornemen om het katholieke geloof te versterken, de hoop op het eeuwig heil te voeden en de christelijke liefde in het volk te bevestigen.
Daarom, eerbiedwaardige broeder, roep nederig, trouw en volhardend de sterke hulp in van de Moeder van de goddelijke genade, wier ongeschonden maagdelijkheid de Redder van de mensheid voortgebracht heeft (Hl. Leo de Grote, Preek 31,1) wanneer u het Woord van God verkondigt en de heilbrengende sacramenten ijverig bedient, samen met uw beminde kudde.
Gegeven te Rome, op 26 november in het jaar des Heren 2011, in het zevende jaar van ons pontificaat.
Benedictus XVI