‘Missionarissen wachten niet af’

8 oktober 2009

Op zaterdagavond 26 september verzorgde father Thaddy de Deckere mhm op de priester- en diakenopleiding Bovendonk te Hoeven een inleiding over de Kerk in India. Father de Deckere is geboren en getogen in Zeeuws-Vlaanderen en is een van de missionarissen uit ons bisdom. Hij verblijft tijdelijk in Nederland.

Momenteel is hij verbonden aan het centrum ‘You are my witnesses’, de eerste fase van de priesteropleiding van de Indiase regio van de Mill Hill Missionarissen in Pargi in de Zuidelijke deelstaat Andhra Pradesh. Hier studeren momenteel 29 aspirant-missionarissen. Eerder was hij rector van de theologiestudenten in Hyderabad. Hij vertelt enthousiast over het opleidingsmodel en het priesterbeeld van deze van oorsprong Engelse missiesociëteit. Soms moet hij zoeken naar het goede Nederlandse woord. Zozeer is Father de Deckere vergroeid met het Engels.

“Wjj vormen de studenten tot missionaris,” legt hij uit. “Je wordt niet missionaris op het eind van je studie, of bij de priesterwijding; We houden onze studenten voor dat ze al missionaris zijn vanaf het moment dat ze de opleiding beginnen. De hele opleiding door leggen we nadruk op het belang van missionaire ervaringen om studenten zelf te laten ontdekken of ze voor dit bestaan geschikt zijn. Missionarissen wachten niet af, maar gaan zelf naar mensen toe om samen met hen de gemeenschap op te bouwen. Ze getuigen door hun leven. Het getuigenis van het leven is vaak krachtiger dan dat van het woord. Mensen worden niet in hun hart geraakt door een geweldige filosofie of grootse ideeën, maar door het getuigenis van het leven, dat het hart weet te raken.” Thaddy illustreert dit met voorbeelden als het leven van Sint Franciscus van Assisie en van Moeder Teresa van Calcutta. “Zij lieten zien hoe je met je leven getuigt.”

Deze insteek blijkt heel duidelijk als de studenten in de laatste fase van hun priesteropleiding zitten. “Deze is in de miljoenenstad Hyderabad. Daar leven en wonen studenten en docenten niet in een afzonderlijk seminariegebouw, met alle gemakken voorzien, maar gewoon in een wijk, tussen de mensen in. We leven op het bestaansniveau van de lagere middenklasse. We trekken met de mensen op en doen mee met het buurtleven. We tonen belangstelling voor de ander. Zo begint missie. De buurtbewoners weten wie wij zijn. Door belangstelling te tonen voor hen en door onze levenswijze ontstaat er bij hen ook belangstelling voor wat ons bezielt. Zo kom je uit bij het evangelie. Dit gebeurt overigens heel discreet, zonder opdringerig te zijn. We hopen dat mensen door onze evangelische levensstijl hun zienswijzen bijstellen. Daarnaast willen we geen afstand scheppen tussen priesters en andere gelovigen. We weten uit de kerkgeschiedenis hoe gemakkelijk er een kloof tussen priesters en leken ontstaat,”aldus de Deckere.

De resultaten van deze aanpak zijn niet altijd meetbaar. “Door onze levenswijze trachten we een gemeenschap te vormen op een manier die overeenstemt met de bedoelingen van Jezus Christus. Ook voor Hem stond de gemeenschap centraal, en daarom betrok hij mensen op elkaar. In die betrokkenheid, over de grenzen van ras, taal, cultuur en godsdienst komt de christelijke gemeenschapsgeest tot uiting. Of mensen zich tot de Kerk bekeren? Dat laat ik over aan de Geest. Als missionaris kan ik niemand bekeren. De werkelijke bekering is de vrucht van het werk van de heilige Geest.” 

Andere berichten