De tweede golf van besmettingen met het coronavirus heeft het kabinet op 14 december 2020 doen besluiten het land voor vijf weken in lockdown te laten gaan. Wat betekent dit voor gelovigen? Een vraaggesprek met vicaris-generaal Marc Lindeijer SJ.
Zouden de kerken niet beter helemaal dichtgaan tijdens de landelijke lockdown, die duurt tot 19 januari? Geen Kerstfeest, geen feest van de Heilige Familie, geen Oud en Nieuw, geen Driekoningen?
“Zo ver wilden de bisschoppen het deze keer niet laten komen: de eucharistie, waarin Jezus in ons midden komt, is voor ons te belangrijk, zeker met kerstmis, wanneer we zijn geboorte vieren. De minister ging akkoord dat het volledig sluiten van de kerken niet strikt noodzakelijk was. Immers, met slechts dertig mensen in de kerk en een inmiddels beproefd systeem van inschrijven, afstand houden, mondkapje dragen en virusvrij communie uitreiken hebben de kerken voldoende bewezen dat ze corona-proof kunnen vieren.
Maar waarom worden de kerken dan wel gesloten tijdens de kerstnacht, toch een hoogtepunt van het kerkelijk jaar voor de vaste kerkgangers én voor de velen die gewoontegetrouw dan de kerk willen bezoeken?
“Precies daarom. Veel parochies hebben zich de afgelopen maanden enorm ingespannen om de veiligheid te waarborgen, en met succes. Maar in de kerstnacht is de toeloop onvoorspelbaar en dus moeilijker beheersbaar. Wat te doen met de veertigste of vijftigste niet-aangemelde bezoeker bij de kerkdeur?”
Zijn de vaste kerkgangers niet teleurgesteld, dat ze niet naar de nachtmis kunnen gaan?
“Zeer zeker, maar ze dragen het met begrip en gelatenheid. Veiligheid boven alles, nietwaar, en we kunnen gelukkig nog op eerste of tweede kerstdag naar de kerk. De tijd van de brede volkskerk is voorbij: ze komen naar de eucharistieviering omdat ze dat graag willen, niet omdat ze moeten. Ze zijn zelfs bereid om er een uur voor in een koude kerk te zitten. De bezorgde kinderen van oudere gelovigen begrijpen dat niet altijd. Die vinden dat de kerk hun kwetsbare ouders in gevaar brengt en verbieden hen soms zelfs om met kerstmis naar de kerk te gaan. Voor die ouderen is dat een dubbel verdriet.”
Hier en daar sluit een pastoor zelf zijn kerk tijdens de hele lockdown.
“Als het goed is, heeft zo’n pastoor daarvoor toestemming aan de bisschop gevraagd. Het kan gebeuren dat het juist vanwege de feestdagen én de lockdown moeilijk is om voldoende vrijwilligers te vinden om de veiligheid te waarborgen. Een enkele keer worden andere redenen gegeven, met name dat men solidair wil zijn met de gesloten restaurants, musea en theaters. Dat wordt vaak als sympathiek ervaren. Veel gelovigen daarentegen begrijpen niet hoe de viering van de eucharistie op één lijn kan worden gezet met een avondje uit, alsof het enkel gaat om een moment van samenzijn en wat bezinning. Voor hen is de kerk minstens zo essentieel als de supermarkt – en een stuk veiliger bovendien.”
Toch voelt het voor veel mensen alsof de kerk de grenzen opzoekt, zichzelf een beetje buiten de maatschappij plaatst, door niet alle vieringen op te schorten tot 19 januari 2021.
“Het tegendeel is waar. De grenzen van de kerk zijn geloof, hoop en liefde: geloof dat God de wereld niet in de steek laat, zoals Jezus ons laat zien; hoop dat ziekte en dood niet het laatste woord hebben; en liefde, die ons naar de meest kwetsbaren brengt. De wereld kijkt naar de kerken en veroordeelt hun vieringen, maar wie ziet de talloze gelovigen die hulp en vreugde brengen aan de zieken, ouderen en eenzamen? Hun inspiratie vinden ze in het evangelie en heel speciaal in de viering van de eucharistie. Zo kan de kerk “licht van de wereld” zijn, zoals het Kerstkind.”