Spirit in Roosendaal is een samenwerkingsverband van de Roosendaalse Sint Norbertusparochie, de Protestantse Gemeenschap Roosendaal en de franciscanessen van Mariadal. Spirit organiseert activiteiten op het snijvlak van Kerk, cultuur en samenleving. Zo ook op dinsdag 10 mei 2022. In samenwerking met het Erfgoedcentrum Tongerlohuys te Roosendaal en de Heemkundekring “de Vrijheid van Rosendaele” belegde Spirit een middag over de Roosendaalse Kapelberg en Welberg. De drukbezochte bijeenkomst vond plaats in het Cultuurhuis Bovendonk te Roosendaal. De Kapelberg is een vitaal bedevaartsoord terwijl Welberg in de vergetelheid dreigt te verzinken.
De aanleiding voor deze studiemiddag was gelegen in het verschijnen van het boek van de historicus en volkskundige Pieter Jan-Margry over de Welbergse zieneres Janske Gorissen (1906-1960 met als titel ‘Vurige liefde’. Joss Hopstaken, stadshistoricus van Roosendaal, beet de spits af met een voordracht over het materieel en immaterieel religieus erfgoed in Westelijk Noord-Brabant waartoe hij ook bedevaarten en processies rekende. Zijn betoog mondde uit in een korte presentatie van de geschiedenis van de Kapelberg. Dit Mariaal bedevaartsoord kreeg in de eenentwintigste eeuw nog een impuls door de komst van Tamilvluchtelingen die jaarlijks rond 8 september (het feest van Maria Geboorte) een eucharistieviering op de Kapelberg hebben.
De hoofdmoot van de middag ging uit naar de lezing van Peter-Jan Margry. Aan de hand van het ‘geval Welberg’ probeerde hij te laten zien hoe mensen een wonder construeerde. Het verhaal speelde zich af in de tijd van de katholieke emancipatie, van het begin van de twintigste eeuw tot aan de jaren zestig. De kerk was via een fijnmazig netwerk van parochies, scholen en kloosters aanwezig tot in de haarvaten van de samenleving. Tijdens het episcopaat van bisschop Hopmans (1914-1951) kreeg ieder gehucht of dorp een kerk. Dat was ook in Welberg het geval. Voor 1928 was Welberg een vlek op de kaart. In dat jaar consacreerde Hopmans de St. Corneliuskerk in dat dorp en was de parochie een feit. Pastoor A. Ermen was de bouwpastoor van deze kerk. Het verhaal van de Welberg ontvouwde zich rond hem en Janske Gorissen, een eenvoudig maar zeer vroom meisje uit zijn parochie. Zij leed aan tuberculose en was als gevolg daarvan ernstig ziek. Tijdens haar ziek-zijn verdiepte haar godsdienstigheid zich en kreeg ze mystieke ervaringen. Pastoor Ermens werd haar biechtvader. Rond haar persoon ontwikkelde zich geleidelijk aan een bedevaart. In 1939 deed ze in het openbaar de gelofte van zuiverheid en kreeg een prominente plaats binnen de parochiële liturgie. Na de oorlog schilderde de kunstschilder Wijnand Geraedts op haar aandringen een afbeelding van Maria die zij ‘moederke’ noemde. Dit schilderij kreeg een plaats in de kerk.
In zijn lezing schilderde Margry het demasquè van Janske Gorissen en haar tragisch einde. In 1950 stelde het Heilig Officie dat het bovennatuurlijk karakter van de gebeurtenissen niet vast stond en verbood elke activiteit in Welberg.
Doordat de archieven van het bisdom Breda gesloten waren, bleef voor de onderzoekers veel onduidelijk. Volgens Margry is het de verdienste van bisschop Muskens dat hij het gesloten archief van het bisdom voor hem openstelde waardoor hij de kwestie grondig kon onderzoeken. Uit de archiefstukken bleek dat Pastoor Ermen en Janske amoureuze betrekkingen onderhielden en er sprake was van zware zonden. Janske verliet Welberg en stierf in Wouw. Pastoor Ermen is tot aan zijn emeritaat in 1962 pastoor van Welberg gebleven en heeft tot aan zijn sterven in 1972 in Welberg gewoond.
In het panelgesprek reageerden pater Marc Lindeijer SJ, vicaris-generaal van het bisdom Breda en kenner van heiligenverering en mystiek, en vicaris Paul Verbeek op beide lezingen. Paul Verbeek stipuleerde het belang van bedevaarten voor het geloofsleven en herinnerde zich zijn eigen geschiedenis met zowel de Kapelberg als Welberg. Als kind trok hij naar de Kapelberg. Hij herinnerde zich de sfeer van devotie en gezelligheid, mede door het bezoek aan het bij de kapel gelegen café. Volgens hem is juist deze combinatie kenmerkend voor een bedevaartsoord. Zijn bijdrage riep bij de aanwezigen veel herkenning op.
Vicaris-generaal Marc Lindeijer benadrukte het belang van waarheidsvinding en dankte Peter-Jan Margry voor zijn bijdrage hieraan. Als vertegenwoordiger van de Kerk overviel hem een zekere schaamte over zowel de manipulatie van gebeurtenissen als het verbreken van geloften door de pastoor. “Echte heiligheid bestaat,” hield hij de toehoorders voor. “Ze bestaat echter in zelfvergetenheid. Echte heiligen beseffen nooit dat ze dit zijn. Mijn wantrouwen groeide toen Janske zichzelf tot voorwerp van devotie maakte en daarop ook stond. Dat is het tegendeel van heiligheid.”