Het bisdom van Breda reageert met een korte verklaring naar aanleiding van een bericht in BN/De Stem over het archief van het bisdom van Breda.
Tijdens de perspresentatie van het eindrapport van de Onderzoekscommissie (‘Commissie Deetman’) gaf de heer Deetman aan dat archieven niet zijn vernietigd met het oog op de Onderzoekscommissie. Archieven zijn wel geschoond, zoals gebruikelijk is.
Verklaring n.a.v. van berichtgeving over archief bisdom Breda
In de uitgebreide versie het rapport van de commissie Deetman is een aantal pagina’s gewijd aan het archief van het bisdom van Breda (p. 594-598). De medewerking aan het onderzoek van de kant van het bisdom was zonder terughoudendheid (p. 595). Er was geen beperking wat betreft de raadpleging (p. 596). Omdat het archief zich op twee plaatsen bevindt werd de toegankelijkheid belemmerd (p. 596).
Geconstateerd wordt in het rapport dat de verschillende onderdelen van het archief niet één systematische ordening kennen (p. 596). De inhoud van een deel van het archief wordt momenteel nader beschreven met het oog op een interne ordening (p. 596).
Tijdens het onderzoek is desgevraagd van de kant van het bisdom gesteld dat persoonsdossiers van nog levende personen vrij volledig zijn. Er zijn afzonderlijke dossiers van overleden personen vanaf 1994. Benoemingen en ontslagen alsook de bijbehorende correspondentie terzake personen zijn geordend op chronologische wijze en niet per persoon, dus over meerdere mappen verspreid. Aparte dossiers van gevallen van seksueel misbruik zijn niet voorhanden (p. 597).
Het rapport van de commissie Deetman noemt de oogst van gegevens ontleend aan het archief uiterst teleurstellend. Bij het onderzoek terzake seksueel misbruik van minderjarigen in het bisdom van Breda lag daarom een zwaar accent op de meldingen van Hulp & Recht (p. 675).
(Paginanummers verwijzen naar de uitgebreide versie van het eindrapport van de Onderzoekscommissie.)