Op vrijdag 20 april was rector Schnell van de Priester- en Diakenopleiding Bovendonk te gast in het bisdombestuur van het bisdom van Breda om te spreken over de wijze waarop de priesteropleiding aandacht geeft aan de persoonsvorming van studenten.
Startdocument voor de Diocesane voortgangscommissie
Directe aanleiding voor het gesprek is een rapportage die het bisdombestuur voorbereidt vanwege de voorgenomen start van de Diocesane voortgangscommissie inzake seksueel misbruik. Na de presentatie van het Eindrapport van de Onderzoekscommissie (de ‘Commissie Deetman’) maakte het bisdom het voornemen bekend zo’n voortgangscommissie in te willen richten (bericht d.d. 20 december 2011)
Aanbevelingen Deetman
Het bisdombestuur wil nu een startdocument maken voor deze voortgangscommissie en loopt daarom, met het oog op het bisdom van Breda, de aanbevelingen na in het Eindrapport van de Onderzoekscommissie. Een van de aanbevelingen van de Onderzoekscommissie gaat in op de toelating, de opleiding en de begeleiding van priesters (Aanbeveling B, p. 510 Eindrapport).
‘Pastores dabo vobis’ over persoonsvorming
Rector Schnell lichtte in het bisdombestuur toe dat de persoonsvorming van studenten al sinds eind jaren negentig nadrukkelijk de aandacht heeft op de Priesteropleiding Bovendonk. Het Vaticaanse document over de priesteropleiding, ‘Pastores dabo vobis’ (1992), ziet de persoonsvorming als het fundament van de hele priesterlijke vorming. Zowel in colleges als in persoonlijke begeleiding neemt dit onderwerp een belangrijke plaats in.
Persoonsgerichte supervisie
De rector gaf aan dat recentelijk een deel van het blok supervisie uit het vijfde en het zesde jaar van de opleiding naar het derde jaar is verplaatst. De supervisie in de laatste jaren van de opleiding is vooral praktijkgericht. De supervisie in het derde jaar is vooral persoonsgericht.
De keuze voor het celibataire leven
De rector vertelde dat de eerste ervaringen met deze persoonsgerichte supervisie in het derde jaar goed zijn. De supervisie geeft door vragen die aan bod komen goede input voor de verdere persoonsvorming van priesterkandidaten. De vorming is er mede op gericht dat studenten in vrijheid een keuze kunnen maken voor het celibataire leven en als persoon een volwassen beleving hebben van seksualiteit. Met andere woorden, dat men de eigen gevoelens kan erkennen, erover kan spreken en er goed mee om kan gaan. De opleiding acht het van groot belang dat studenten weten dat ze zorgvuldig moeten zijn in het contact met mensen, waaronder kinderen, dat studenten situaties goed in kunnen schatten, en dat de studenten in staat zijn om overeenkomstig de gedragsregels van de eigen beroepsgroep te handelen.
Voortdurende aandacht
Bij de aannameprocedure, tijdens de gehele opleiding en bij de eindbeoordeling hebben affectieve en emotionele rijpheid, beleving van de seksualiteit en groei naar een vruchtbaar celibatair leven de aandacht van de opleiding. Ook wordt specifiek aandacht besteed aan seksueel misbruik in pastorale relaties. De onderwerpen komen op verschillende momenten en op verschillende niveaus aan de orde.
Bij de aanname
Bij de aannameprocedure zijn er gesprekken met de rector, studierector en een derde staflid over de roeping en het persoonlijke leven van een kandidaat. Er worden schriftelijke referenties opgevraagd van de pastoor van de thuisparochie en minimaal een tweede persoon die de kandidaat goed en lang kent. Er moet een Verklaring Omtrent het Gedrag worden verstrekt (via de gemeente) en waar van toepassing een Verklaring vrijwaring seksueel misbruik (via de kerkelijke overheid). In de meeste gevallen wordt ook een psychologische test uitgezet.
Tijdens de opleiding
Tijdens de opleiding is er na elk semester een persoonlijk gesprek van de rector met de student over onder meer het studietraject en de persoonlijke ontwikkeling. Persoonsvorming en groei naar een vruchtbaar celibatair leven hebben in deze gesprekken uitdrukkelijk aandacht. Studenten worden daarnaast geacht maandelijks gesprekken te voeren met de spirituaal op Bovendonk of met hun geestelijk leidsman.
De studenten spreken onderling in de zogenaamde celgroepen over (actuele) thema’s die van belang zijn voor het priesterschap. Het seksueel misbruik binnen de Kerk is door de studenten in de afgelopen tijd regelmatig besproken. Op zaterdag 17 december 2011 was mgr. Eijk te gast op de opleiding en sprak hij met de studenten over het rapport Deetman. In het verleden waren ook regulier presentaties voorzien door Hulp & Recht.
Studenten volgen onder meer de volgende onderwijsmodules :‘Celibaat, affectief leven, huwelijk,’ ‘Ethiek van de menselijke relaties’, ‘Pastorale Psychologie’, ‘Groepsdynamica’, ‘Pastoraal-theologische reflectie’.
Bij de eindbeoordeling
Bij de eindbeoordeling wordt een oordeel uitgesproken over de geschiktheid voor de priesterwijding van een kandidaat als persoon. Conform het kerkelijk recht (canon 1051 §1) wordt een oordeel over de kandidaat uitgesproken betreffende de rijpheid van zijn persoon en de mate van gekwalificeerd zijn voor het pastorale dienstwerk binnen de Kerk.
Bijscholing staf
De staf van de Priester- en Diakenopleiding Bovendonk laat zich ook steeds bijscholen op het gebied van de persoonsvorming en op het gebied van seksueel misbruik en de preventie daarvan, onder meer middels literatuur, gesprekken met psychologen en supervisors, en via studiedagen.
Zie ook op deze site ‘Hedendaagse priesteropleiding onderzoekt emotionele en affectieve rijpheid kandidaten: interview met rector Schnell’ (bericht d.d. 1 december 2011).