Vanwege het bereiken van zijn pensioengerechtigde leeftijd nam Bob van Geffen op 30 juni 2022 officieel afscheid van het bisdom Breda. Vanaf 2010 was Bob aan het bisdom verbonden als gedelegeerde voor het categoriaal pastoraat. Daarvoor was hij van 1994 tot 1998 directeur van het Diocesaan pastoraal Centrum en van 1999 tot 2010 directeur algemene zaken.
“Ik ben eigenlijk overvallen door deze data,” zegt Bob. Hij ziet terug op een lange loopbaan in Kerk en bisdom. “Voordat ik bij het bisdom ging werken, ben ik actief geweest in het jongerenpastoraat in Eindhoven/Strijp, bij de Willibrordvereniging waar ik een onderzoek deed naar katholieke evangelisatie, de Stichting Levensvorming Jeugd en Jongeren (de Bossche evenknie van het Bredase DIJJ) en het BSJ (Brabants Steunpunt Jeugdwelzijn) in ‘s-Hertogenbosch.”
‘De kerk uit, de wereld in’
Bob van Geffen heeft in de loop van zijn leven verschillende pastorale oriëntaties zien passeren. “Toen ik als jongerenpastor begon, was ons motto: ‘De kerk uit, de wereld in.’ We moesten naar buiten, op zoek naar jongeren met minder kansen in samenleving. Zo vulden we toen ‘missionaire kerk’ in. Vanuit deze visie werkte ik in het jongerenpastoraat. In onze visie stond in het jongerenpastoraat de jongere zelf centraal. We merkten eind jaren tachtig dat binnen het jongerenpastoraat de aandacht verschoof naar catechese. Nu heb ik geen bezwaar tegen catechese maar het is in mijn visie iets anders.” Bob legt uit: “Wij wilden de Kerk present stellen in het leven van jongeren. Het expliciete catechetisch verhaal volgt pas daarna. Binnen de Kerk onderscheid je verschillende werkterreinen zoals diaconie, liturgie, evangelisatie, catechese en gemeenschapsopbouw. Deze zijn allemaal van belang maar je moet ze niet door elkaar halen.”
Kerkelijke evangelisatie
“Vanuit mijn eerdere functies was ik al bekend met het bisdom Breda. Bij de Willibrordvereniging in de jaren tachtig van de vorige eeuw zat Frits Hoeben. Hij was destijds coördinator van het Diocesaan Pastoraal Centrum van het bisdom Breda en betrokken bij mijn onderzoek naar evangelisatie. Een van de conclusies uit dit onderzoek was dat de kerkelijke evangelisatie ofwel de evangelicale ofwel de oecumenische weg in zou slaan. Ik schatte in dat het de evangelicale weg zou worden en ik denk dat ik daarin gelijk gekregen heb. Beide wegen kennen hun eenzijdigheden. In de eerste periode van mijn loopbaan stond het diaconale aspect voorop. Nu zien we dat bisschop Liesen ons erop wijst dat we ook ons geloof moeten onderhouden. De inhoud van het geloof staat centraal. Twintig jaar geleden had het begrip ‘missionair’ een andere klank, een diaconale klank. Bij James Mallon staat het maken van leerlingen centraal. Mijn vraag aan Mallon luidt: Hoe oriënteer je mensen die nooit bewust met het geloof in aanraking kwamen tot leerlingen van Jezus? Eenmaal op dat spoor moet je natuurlijk binnen de Kerk de leerlingen vormen om in hun leven en beroep christen te zijn. Maar mij puzzelt die eerste stap. De nadruk op deze stappen kan verschillen in de ene of in de andere bisschopsperiode. Soms proberen mensen bisschop Muskens en bisschop Liesen tegen elkaar uit te spelen maar zo eenvoudig ligt het niet. Beide benaderingen vullen elkaar aan en corrigeren elkaar.”
“Soms proberen mensen bisschop Muskens en bisschop Liesen tegen elkaar uit te spelen maar zo eenvoudig ligt het niet. Beide benaderingen vullen elkaar aan en corrigeren elkaar.”
Bob vervulde diverse organisatorische functies in het bisdom. Hij was onder andere betrokken bij de reorganisatie van de diocesane diensten rond de eeuwwisseling, de viering van het bisschopsjubileum in 2003 en de daarbij behorende bedevaart naar Rome en de centrering van de diocesane diensten in het bisdomkantoor aan de Veemarktstraat in 2005. Na al die jaren in het management ging voor hem een grote droom in vervulling. Hij ging promoveren op de invloed van de Franse katholieke filosoof Maurice Blondel op Jean-Luc Marion, een andere eminente katholieke filosoof uit Frankrijk. “Dit was een oude droom van mij. Ik ben ooit afgestudeerd op de Franse filosoof Roger Garaudy. Garaudy, die een enerverende levensloop had, schrijft dat hij een leerling is van Blondel. Blondel kiest in zijn benadering van het geloof voor een inductieve weg.” Bob legt uit wat hij hiermee bedoelt. “Blondel vertrekt vanuit de werkelijkheid en al doende rijzen er perspectieven en vragen op waarbij de Bijbel als oriëntering dient. Dat staat tegenover een deductieve methode waarbij je begint bij de Bijbel en van daaruit de werkelijkheid analyseert. Via Blondel hoopte ik een fundament te vinden voor de basisintuïtie waarmee mijn generatie altijd gewerkt heeft.”
Sporen van een Andere Aanwezigheid
“Jean-Luc Marion is een eminent geleerde die in staat is de kritiek van het atheïsme te doordenken. Hij is goed thuis in het denken van de Bijbel, de Griekse filosofie, Descartes en Augustinus. Ik ben nu een studie van hem over de openbaring aan het lezen. Voor hem is de openbaring een andere, voor ons onkenbare werkelijkheid die zich manifesteert door de werkelijkheid die we wel kennen, maar die die openbaring noodzakelijkerwijze ook vervormt. Via deze weg probeert Marion de tegenstelling tussen het platte atheïsme en het theïsme te overwinnen. Als filosoof, stellen zowel Blondel, Garaudy als Marion, denk je over de hele werkelijkheid na, ook over religie en geloof. Soms ontwaar je in de werkelijkheid sporen van een Andere Aanwezigheid. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de kunst en in de literatuur. Daar stel je niet ‘dit is God’, maar vraag je: bent U dat Heer? Deze aanwezigheid vormt een uitdaging aan ons denken. Er is in mijn opvatting dan ook geen kloof tussen geloven en filosofie.” Bob illustreert dit aan de hand van de betekenis van het begrip dogma. “Volgens sommigen remmen dogma’s het denken af. Het zijn in beton gegoten werkelijkheden. Maar zo zie ik het niet. Dogmata stimuleren tot verder denken. Als we belijden dat Jezus de Zoon van God is, moeten we ons afvragen wat dat precies betekent. Als we dat niet begrijpen, moet we eerst verder nadenken en later de vraag nog eens stelen. Je moet een dogma niet weggooien, als je het niet begrijpt, maar er af en toe naar terugkeren. Dogmata verwijzen naar die andere werkelijkheid en dagen uit tot verdieping. Hier ontmoeten theologie en filosofie elkaar.”
“Wat misschien restauratie lijkt is een noodzakelijke fase op de pelgrimstocht naar nieuwe horizonten. Tenslotte gaan wij mensen daar helemaal niet over. Wij proberen alleen maar.”
Bob van Geffen heeft nog geen vastomlijnde plannen voor de tijd na zijn pensionering. “Ik volg in ieder geval de ontwikkelingen in de theologie en in de filosofie, en ook in bisdom en Kerk. De ontwikkelingen gaan verder. Ik ben ook niet benauwd voor restauratieve of revolutionaire tendenzen. Wat misschien restauratie lijkt is een noodzakelijke fase op de pelgrimstocht naar nieuwe horizonten. Tenslotte gaan wij mensen daar helemaal niet over. Wij proberen alleen maar.”