Op 19 februari 2012 verscheen in BN/De Stem een interview van de hand van Jan Reijnders met bisschop Liesen. In het interview zegt bisschop Liesen dat hij het het allerbelangrijkste vindt dat mensen een persoonlijke band met Christus krijgen en deze, als ze die al hebben, verder uitbouwen. Volgens hem is dat de absolute kern van het geloof en wil hij dat aan de mensen overbrengen.
Christen zijn vergt een keuze
Op de vraag dat veel katholieken enkel met Kerstmis naar de kerk gaan en met een bruiloft of een uitvaart antwoordt hij: “Dat beeld herken ik zeker. Ik zou niet terug willen naar die volkskerk van weleer. Dan is je perspectief te veel op de uiterlijkheid gericht.” De bisschop pleit voor een actief bezig zijn met het geloof. “Ben je bereid te investeren, mag het iets kosten? Rust roest.” Dat geldt ook hemzelf: “Ik wil echt de boer op, de mensen aanspreken, al kan en wil ik natuurlijk niemand dwingen.”
Het beeld van Christus als de man die weldoende rondging en overal geliefd was is onvolledig. “Nee, Christus was vaak niet welkom. Die timmermanszoon? Daar hebben wij geen boodschap aan. Het beeld van een grote, aanzwellende schare volgelingen klopt niet. Christen zijn vergt een ingrijpende keuze. Christus werd verworpen en gekruisigd. Als wij alleen dat prachtige serene beeld van Christus voor ons hebben, klopt er iets niet. Het kruisbeeld, dat is het beeld van Christus dat we zeker ook moeten voorhouden.”
Belang van biecht en gebed
Hij spreekt kort over zijn eigen manier om die relatie met de Heer te onderhouden. “Ik vier dagelijks de eucharistie. Het brevierbidden is een dagelijkse plicht,” aldus de bisschop. “Als ik dat niet een dag niet doe is de dag niet goed. En ik bid de dagsluiting. Onderdeel daarvan is een structureel dagelijks gewetensonderzoek. Wat heb ik gedaan en wat moet beter? En biechten? Ja, regelmatig. Het is belangrijk kritiek te hebben op jezelf en met God en jezelf in het reine te komen. Mijn biechtvader woont nogal een eindje weg maar als ik twee maanden niet gebiecht heb, klopt er iets niet. Ben ik langdurig in het buitenland, dan zoek ik een priester bij wie ik kan biechten.”
