Op donderdag 28 januari werd in de avond een jongerenactiviteit georganiseerd in de Justitiële Jeugdinrichting Den Hey-Acker. De organisatie van de activiteit was een samenwerking tussen Nina Mertens, jongerenwerker voor het bisdom Breda, en Martijn Kurstjens, projectmedewerker van het diaconale project ‘Nieuwe diaconie in de nieuwe parochie’. Ook Bert Simons, geestelijk verzorger op Den Hey-Acker, was aanwezig.
Enkele jongeren vanuit het bisdom, hebben samen met de jongens van Den Hey-Acker een thema avond gehouden over het thema barmhartigheid. Deze activiteit sloot aan bij de zeven werken van barmhartigheid (‘de gevangen bezoeken’), waar in dit heilig jaar van de barmhartigheid bijzondere aandacht naar uitgaat.
“Voordat de activiteit begon, zijn de vrijwilligers samengekomen ter kennismaking, en om de activiteit voor te bereiden en de avond door te spreken,” vertelt Nina Merten. “Hierbij kwam duidelijk naar voren dat het doel van het bezoek aan Den Hey-Acker niet was dat de jongeren van het bisdom alleen iets kwamen geven aan de jeugddelinquenten, maar dat er ook iets van hen ontvangen kon worden. Het doel was een dialoog aan te gaan met de jongeren daar en het hart open te stellen voor de gedetineerden. Om de gedetineerden te zien als Christus, waarvan iets geleerd kan worden, zolang het eigen hart open is voor wat zij te geven hebben.”
Nina: “Aan de hand van het schilderij ‘De terugkeer van de verloren zoon’ van Rembrandt van Rijn en het verhaal van de verloren zoon, spraken de jongeren over de ‘stomheid’ van de verloren zoon, vergeving en de barmhartigheid van de vader. Het was een bijzondere ontmoeting waarbij de jongeren uit beide groepen waardevolle opmerkingen maakten over het werk van Rembrandt en over de Barmhartigheid.”
Ilona Gijzen, een van de deelnemende jongeren, beschreef de avond als volgt: “In het kader van het jaar van barmhartigheid een zeer interessante avond gehad (…) De gevangenen bezoeken, ontmoeten, verhalen uitwisselen en vooral elkaar inspireren. Zeker voor herhaling vatbaar.”
De avond werd afgesloten met gezamenlijk gebed, waarbij iedereen de kans kreeg om voor iets of iemand een kaars op te steken. Van deze gelegenheid werd dan ook gebruik gemaakt, verschillende intenties werden hardop uitgesproken.