Op vrijdag 23 februari organiseert het Bisdom Breda een Antoniusacademie over inclusie. De bijeenkomst vindt plaats in de exedra van de H. Antoniuskathedraal. Diaken Peter Hoefnagels is een van de deelnemers. Hij spreekt over de sociale leer van de Kerk en paus Franciscus: “De paus kant zich sterk tegen het afwijzen van het imperfecte, alsof mensen met een beperking niet in staat zijn tot geluk of zelfverwerkelijking, ook in hun broosheid. Het gaat erom ieder mens met respect en liefdevol op te nemen in de gemeenschap. De Kerk mag daarbij niet aan de zijlijn blijven staan.” Mgr. Liesen maakt het gesprek mee en geeft aan het eind een korte reactie vanuit de boodschap van Jezus.
Secretaris-generaal Ben Hartmann leidt het gesprek. “Er kan alleen maar echt sprake zijn van inclusie als de samenleving mensen met een verstandelijke beperking als een verrijking erkent,” benadrukt de heer Johan Roose. Hij is regioverantwoordelijke van De Ark Vlaanderen en Nederland. In Ark gemeenschappen wonen mensen met en mensen zonder beperking samen als leefgemeenschap. “Alleen doorheen de echte ontmoeting met mensen met een verstandelijke beperking leren wij plaats geven aan onze eigen beperkingen én ontdekken we wat zij aan ons en de samenleving te bieden hebben,” vertelt hij.
‘Lokale agenda toegankelijkheid’
Namens de gemeente Breda neemt wethouder Miriam Haagh deel aan het gesprek. Zij spreekt in het verlengde van de ‘lokale agenda toegankelijkheid’. Deze is opgesteld in een samenwerking van verschillende partners en zet een eerste stap in de lokale uitwerking van het ‘VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking’. De stad Breda won vorig jaar de verkiezing van ‘Beste Binnenstad’ van Nederland. De toegankelijkheid van de binnenstad met alles wat er te doen en te beleven was daarom een van de dingen die vrij snel in beeld kwam.
V.l.n.r. wethouder Miriam Haagh, diaken Peter Hoefnagels, Johan Roose, Ben Hartmann, de heer en mevrouw Huijsmans, Jack Biskop, Willem Brok.
De heer Willem Brok, geestelijk verzorger Amarantgroep, beschrijft hoe in de jaren ’90 de overheid besloot tot decentralisatie van zorginstellingen. Mensen met en zonder beperking kwamen samen in de wijk te wonen. Zoals in Rijsbergen. Amarant bereidde de komst van de nieuwe dorpsgenoten intensief voor. “Dat leverde uiteindelijk 200 vrijwilligers op die in het weekeinde of op een doordeweekse avond kwamen buurten, bij uitstapjes hielpen met het duwen van rolstoelen, en hielpen met eten of drinken. Ik denk dat Rijsbergen in 25 jaar is uitgegroeid tot een inclusief dorp,” aldus Willem Brok.
‘Goed samenleven sluit niemand uit’
“Door de diversiteit aan kinderen op iedere basisschool aanwezig te laten zijn, laten we kinderen zien dat niet iedereen hetzelfde is, maar dat wel iedereen de moeite waard is,” bepleit de heer Jack Biskop. Hij is directeur-bestuurder SWV Passend Onderwijs PO 30.02. “Vanuit het denkkader van het algemeen welzijn (bonum commune) kunnen veel kinderen op de reguliere scholen onderwijs krijgen en met elkaar opgroeien. Goed samenleven sluit niemand uit. Daarbij zijn in veel gevallen geen grote specialistische instituten nodig. Het kan geregeld worden dichtbij huis (subsidiariteit) en met elkaar (solidariteit).”
Zorgondernemers Thomashuis, de heer en mevrouw Huijsmans, geven aan waar zij in de praktijk mee te maken hebben en ook tegenaan lopen. Als zorgechtpaar in Oudenbosch verlenen zij samen met hun gezin en een klein groepje medewerkers 24 uur per dag zorg in een beschermde omgeving met individuele aandacht. “Door te functioneren als een hecht gezin in al zijn facetten, is het mogelijk de bewoners van het Thomashuis echt mee te laten draaien in de maatschappij.” Dat is niet altijd eenvoudig: “Thomashuizen en worden geconfronteerd met een enorme regeldrift vanuit de overheid, terwijl de bewoners te maken hebben met bezuinigingen vanuit diezelfde overheid.”
De boodschap van Jezus
Mgr. Liesen, tot slot, wijst op de inspiratie van het christelijk geloof. “Het boek Leviticus, in het Oude Testament, geeft allerlei bepalingen over hoe je met het heilige der heiligen moet omgaan. De lammen, kreupelen en blinden mogen niet in de tempel komen. Maar later richt Jezus zich specifiek tot juist deze groepen om iets duidelijk te maken van het Rijk van God. Hij raakte de zieken aan, die als onrein golden. Reken maar dat dat een schokgolf teweegbracht. In de middeleeuwen deed de heilige Franciscus hetzelfde met zijn omhelzing van de melaatse. Die christelijke inspiratie mogen we gebruiken als we de inclusie verder willen brengen in de maatschappij en onze parochies.”