“Het Bisdom Breda heeft een lange traditie om een bedevaart te organiseren. De bedevaart in oktober 2019 is de vijfde keer dat we op reis gaan. Het voelt goed om met elkaar rond de bisschop op bedevaart te gaan. Je bent samen onderweg en voelt de verbondenheid met elkaar: parochies en bisdom. Je groeit in verbondenheid en verdieping. Het is heel goed om onderweg te zijn en op bijzondere plekken inspiratie te vinden.”
Op zondag 12 mei was Geerten Kok te gast bij Leo Fijen in het Geloofsgesprek. Geerten is bisschoppelijk gedelegeerde voor de kerkopbouw in het bisdom en nauw betrokken bij de organisatie van de bedevaart. Samen met vicaris Paul Verbeek, Hanneke Oomen en Frans van Gils van Pelikaanreizen maakte hij een voorreis. Hij spreekt dus uit ervaring als hij vertelt over het mooie programma dat de bedevaartgangers te wachten staat.
Gemeenschap, bidden en werken
“Benedictus is de grondlegger van het kloosterleven. Hij heeft een visie op het gemeenschapsleven waar we in parochies van kunnen leren. Bekende trefwoorden van hem zijn ‘ora et labora’: bid en werk in een goede afwisseling. Als je naar het parochieleven kijkt, zie je heel veel inzet van mensen voor de voortgang van het parochieleven. Er is ontzettend veel praktisch leven in de parochies en daar zit veel gelovige betrokkenheid in. Benedictus wijst ons op de balans die er moet zijn tussen het werken en bidden.”
“Naast het werken mag onze gelovige betrokkenheid ook gestalte krijgen in het bidden. Hoe is dat in mijn leven? Zou in mijn eigen leven de balans tussen inzet en verstilling en gebed meer in balans kunnen komen? De waarde van het gebed, de band met God onderhouden en die de eerste plek geven, is een beetje het motto van parochies in het bisdom Breda ‘met het geloof voorop’.”
Een ritme vinden voor verstilling en gebed is een uitdaging. “We zijn mensen van onze tijd. Er zijn veel dingen die we willen, eigenlijk te veel dingen, en dat wordt niet minder. Onze huizen zijn vol, we hebben coaches nodig om te ontspullen en ons te helpen om onze agenda leeg te maken. Vijftien eeuwen geleden zei Benedictus al: zorg voor het goede ritme tussen werk en gebed. Hij leerde ook om te werken met je handen, met wat de aarde ons geeft. Benedictus is minder een man van de schepping dan Franciscus dat was, maar hij helpt je wel om dicht bij de aarde te blijven en de vruchten daarvan te delen met elkaar. En het ritme van het goede leven, of ‘het leven met aandacht’ en het ritme van het gebed, helpt ook telkens om dankjewel te zeggen voor wat op je pad komt en je gegeven wordt. En dat is zeker ook de schoonheid van de schepping.”
Rennen of stilstaan?
“Mijn eerste ontmoeting met Benedictus? Die was een kleine twintig jaar geleden toen ik van mijn vader het boek ‘Een levensregel voor beginners’ kreeg over benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijkse leven. Mijn vader had dat zelf gelezen. Hij vond het wel een goede leefregel voor mij, omdat hij vond dat ik wat meer rende dan stilstond. Het was een uitdrukking van zijn liefde en zorgzaamheid voor mij. Die kennismaking met Benedictus, merk ik nu, was toen vooral nog met het hoofd. Nu, door de voorbereiding op de bisdombedevaart, landt het meer in mijn hart.”
“Ik leer van Benedictus ook om te leven met wat niet volmaakt is. Benedictus is geen mannetjesputter die per se alles wil bereiken. Maar hij helpt je om te bereiken wat voor jou te doen is. Mensen zijn allemaal verschillend. En dat is goed. In een gemeenschap moet je elkaar ook gunnen om te doen waar je goed in bent. Benedictus schrijft voor kloosters, maar ook in parochies geldt: kun je de talenten die je gekregen hebt inzetten en benutten als gemeenschap?”
De liefde van God en tot God
“De liefde van God en tot God ontvangen we en geven we door in de gemeenschap. Benedictus schrijft ook over de gastvrijheid. Kloosters moeten open zijn. Met Benedictus kun je vragen: zijn wij open en gastvrij als parochie? Of is het leuk als mensen meedoen op onze manier? Er komen mensen uit andere culturen die willen aansluiten bij onze gemeenschap en er zijn mensen die een beroep op ons doen, omdat ze in nood zijn. Gaat ons hart daarvoor open? Benedictus houdt ons voor dat we in hen Christus moeten zien.”
“Hij zegt in zijn regel ook dat het van belang is om niet te mopperen. We mopperen vaak wat af. En ook daar kunnen we nog veel leren. Want mopperen leidt af, het voedt negatieve energie en het opent ons te weinig voor wat goed en mooi is in het leven.”
“Als we groeien in de balans tussen onze inzet en gebed zou dat een mooie vrucht zijn van de reis. En voor mijzelf? Ik hoop nog meer geraakt te worden door wat me steeds meer dierbaar is geworden en wat ik nastrevenswaardig vind. Ik zit meer aan de ‘ren-kant’ dan aan de ‘stilzit-kant’. Daar mag ik stappen in zetten en daar hoop ik in te groeien. Dat wordt makkelijker als je het samen doet, dus dat hoop ik van deze reis. En zo kom ik ook weer uit bij de betekenis van de parochies. Want dat groeien in je geloof, dat doe je samen en daar hebben parochies hun rol in.”