Een groep van ongeveer tien mensen met de verse askruisjes nog op hun voorhoofd kwam na de avondmis van Aswoensdag samen in een van de ruimtes van het Klooster aan de Kade. Dit vroegere redemptoristenklooster ligt naast de Onze Lieve Vrouwekerk in het hart van Roosendaal.
Els Ettes, pastoraal werkster in de Roosendaalse Sint Norbertusparochie, verzorgde een meditatieve inleiding op het hongerdoek van de bisschoppelijke Vastenactie. De titel van het doek luidt: “Mens, waar ben je?” Het hongerdoek is abstract en vraagt om duiding. Een van de aanwezigen vraagt waar de traditie van het hongerdoek vandaan komt. Hij heeft er vroeger, terwijl hij toen toch op een seminarie zat, nooit over gehoord. Els legt uit: “Het hongerdoek is ontstaan in de middeleeuwen. Men hing het doek voor het altaar zodat dit aan het oog onttrokken werd. Het was een vorm van versobering van het kerkinterieur.”
“Geleidelijk aan is men dit doek gaan beschilderen met voorstellingen van bijbelse passages en het lijden van Jezus Christus. Het zette de gelovigen aan tot meditatie. Tijdens de Reformatie, in de zestiende eeuw, is het gebruik verdwenen. In 1976 pakte Misereor, de Duitse zusterorganisatie van de Vastenactie, het gebruik weer op en liet nieuwe hongerdoeken maken, vaak door kunstenaars uit de Derde Wereld. Uwe Appold, de maker van dit hongerdoek, is een Duitser. Hij is niet alleen een schilder, maar ook een beeldhouwer.”
Na deze korte uitleg nodigt Els Ettes de aanwezigen uit te kijken. “Wat zie je?” vraagt ze. Voorzichtig komen de eerste antwoorden. De aanwezigen zien een mens in de hoek, een gouden cirkel met daarin een huis, onduidelijke letters en een soort werelddeel. Els staat stil bij de verschillende onderdelen van het doek. “Oorspronkelijk is het geen doek, maar een reliëf,” zegt ze. “Het ‘werelddeel’ bestaat uit korrels zand van de tuin van Gethsemane. Het verwijst zo naar het lijden van Jezus Christus.”
Els wijst op verschillende andere toespelingen op het lijden van de Heer. In de hoek staat een mens, Jezus Christus. Hij staat niet in het centrum, maar aan de rand. Jezus Christus ging op zoek naar de mensen die aan de rafelranden van de joodse samenleving leefden. Ook wij moeten zoals paus Franciscus zegt naar de randen van de wereldsamenleving en onze eigen maatschappij. Daar vind je God en de mens. Daarna stuurt Els de deelnemers huiswaarts met de vraag: Mens, waar ben jij? Waar volg jij Jezus Christus? Zo ontsloot ze de rijkdommen van dit hongerdoek.