Een stukje Midden-Oosten in Ossendrecht

15 februari 2018

Hoe zou het zijn als het omgekeerd was? Als de oorlog niet in Syrië en Irak was geweest, maar hier. En als niet de mensen uit het Midden-Oosten naar ons waren gevlucht, maar wij naar hen. Zouden we dan daar ook eens in de maand op de zondagochtend in onze eigen taal de mis vieren en onze eigen liederen zingen? En hoe vertrouwd zou dat zijn.

Van 10 tot 13 februari vindt in de Volksabdij in Ossendrecht het gezinskamp plaats, dat Fatin Mattey organiseert vanuit het project voor vluchtelingen in het Bisdom Breda. Het is fris en zonnig. Goed weer voor dit gezinsweekend met 42 deelnemers. De Volksabdij ligt te midden van een natuurgebied. En naast het inhoudelijk programma en de viering van de eucharistie is er vrije tijd en een wandeling door de natuur.

De eucharistieviering deze zondagochtend wordt gecelebreerd door een priester van de katholieke Grieks-Melkitische kerk, George Alkaed. Hij viert de mis in het Arabisch volgens de Latijnse ritus. Hij verzorgt ook twee bijbelavonden tijdens het weekend, dat als thema heeft ‘Liefde brengt ons samen’. De onderdelen van de mis zijn dezelfde en laten zich in het Nederlands mee bidden. “Ik belijd voor de almachtige God en voor u allen…”, “Kyrie eleison, Heer ontferm U”, “Onze Vader”. Ook de melodieën zijn oosters. Vergeet je do-re-mi, want deze muziek heeft een eigen klank en kleur. En zo voelt het in de kapel van de Volksabdij, in het landelijke Ossendrecht, als een stukje Midden-Oosten. Waar ineens het slotlied ‘Te Lourdes op de bergen’ is, met een melodieus “Salam … Mariam” (“Ave Maria”).

(Foto: Ramon Mangold)

Deelnemers aan het gezinsweekend komen uit Irak en Syrië. Of misschien moet je zeggen uit: Breda, Haagse Beemden, Roosendaal, Oosterhout, Dongen, Sittard, Kerkrade en Zoetermeer. “Ik woonde eerst in Dongen,” vertelt Salwan Saimon. Hij is ‘machine operator’ en maakt pallets voor een bierbrouwer. “In Irak heb ik een technische studie gedaan,” vertelt hij. “Ik was goudsmid.” En met een grijns: “Van ‘goudsmid’ ben ik nu ‘houtsmid’ geworden.” Toen zijn afdeling werd verplaatst naar Zoeterwoude vroeg zijn werkgever of hij mee wilde. Dat hield een verhuizing in. Maar dat was niet zo ingewikkeld, legt hij uit, na alle eerder verhuizingen. Hij kwam in 2002 in Nederland, woonde in Eindhoven in het AZC, in Assendelft en later in Tilburg. In 2007 trouwde hij. Zijn vrouw kwam over uit Irak en ze gingen in Dongen wonen, waar hij inmiddels vast werk had. De vlucht vanuit Irak naar Nederland was het meest ingrijpend. Alle verplaatsingen daarna zijn relatief, wil hij maar zeggen. “Het moeilijkst was de vlucht, alles kwijtraken wat je hebt opgebouwd. Als je je vaderland kwijt bent… daarna is het van plek tot plek makkelijker wennen.”

Salwan Saimon. (Foto: Ramon Mangold)

Op zondag gaat hij naar een Nederlandse parochie en als het kan naar een Arabische viering, zoals eenmaal per maand in de Michaelkerk in Breda. In Irak deed hij vrijwilligerswerk in de parochie. Ook zijn vrouw was er actief voor de kerk. Salwan Saimon: “Het is prachtig om met deze groep bij elkaar te komen en elkaar te ontmoeten. We krijgen veel informatie over het geloof en het is gezellig.” Iedereen heeft zijn eigen geschiedenis. Praten ze daar over? “Je wil niet zomaar over dingen beginnen die pijn doen.” Maar druk gebarend was hij bij de koffie na de viering in gesprek. “Dat ging over werk. Ik hoorde dat er werk was voor iemand die met een heftruck kan omgaan, dus ik was aan het rondvragen.”

(Foto: Ramon Mangold)

Na de eucharistieviering wordt een groepsfoto gemaakt. De fotograaf die deze ochtend voor het bisdom een deel van het programma fotografeert, is herkend door zijn buurman van verderop in de straat. Rostom Menjoyan is met zijn vrouw en twee jonge kinderen ruim twee jaar in Nederland. Ze woonden eerst in het AZC in Tilburg en verhuisden een jaar geleden naar Breda. Ze zijn nog druk bezig de taal te leren. “Mijn vrouw is iets verder dan ik,” vertelt Rostom, terwijl Fatin Mattey vertaalt. “Het is fijn om op dit weekend te zijn als gezin. Samen je geloof vieren is belangrijk. We willen de kinderen leren dat ze als christenen betrokken moeten zijn op de kerk.” Voor de Nederlandse vieringen gaan ze naar de Lucaskerk in de Haagse Beemden. Voor de Arabische vieringen sluiten ze aan bij de maandelijkse mis in de Michaelkerk. Terwijl de Syrische en Irakese koekjes en hapjes naar binnen worden gedragen voor bij de koffie, vertelt Rostom dat hij zich soms nog een beetje een vreemdeling voelt, maar ook ervaart ze welkom zijn. “We voelen ons rustig en het gaat goed met ons als familie.” Hij heeft nog geen werk, want hij is de taal nog aan het leren. Hij vertelt dat hij in Irak chef-kok was in een restaurant in Mosul. Dat zou dus goed moeten komen. Er is behoefte aan koks in Nederland.

(Foto: Ramon Mangold)

Terwijl de ouders koffie drinken, spelen de kinderen een detective spel, waarbij er telkens eentje de ruimte verlaat en dan moet ontdekken wat er in de tussentijd is veranderd. “Ik heb mijn kapsel veranderd,” grapt er één. En hij legt aan een van de andere kinderen uit wat de van oorsprong Oostenrijkse zuster Magda Veronika met ‘dee-tek-tieh-ve’ bedoelt: detective. Zuster Magda Veronika, van de Congregatie van het Arme Kind Jezus, begeleidt de kinderen tijdens het weekend samen met Silvy, een van de jongeren die deelneemt.

Na het middageten kleedt iedereen zich warm aan voor een wandeling in het natuurgebied, terwijl elders dit weekend de carnavalsstoeten hun ronde in de dorpen doen. “Maar carnaval kun je ook echt vieren in Limburg,” weet iemand. Door de vele verhuizingen heeft menigeen al veel van Nederland gezien.

(Foto: Ramon Mangold)

 

Andere berichten