Interview met Gerard de Rooij: “Econoom zijn is een roeping”

25 september 2017

Op 29 september 2017 is het de laatste werkdag van Gerard de Rooij op het bisdomkantoor. Hij markeert dit met een afscheidsbijeenkomst op Centrum Bovendonk in Hoeven. Op deze manier beëindigt Gerard zijn loopbaan als econoom van het bisdom. “September is voor mij inderdaad een maand van afscheidsbijeenkomsten,” lacht hij. “Op 6 september nam ik bijvoorbeeld afscheid van het economencollege van de Nederlandse Kerkprovincie.”

1984-2017
Gerard kijkt terug op een lange loopbaan bij het bisdom. “Na tien jaar werken bij een accountantskantoor, startte ik op 1 januari 1984 hier. Ik kwam tegelijkertijd met vicaris Aerden binnen,” herinnert hij zich. “In die tijd had het bisdom twee vicarissen, Ad Theeuwes als vicaris-generaal en Leo Aerden als vicaris. De afdeling financiën had het meest met vicaris-generaal Theeuwes te maken. Hij stond in voor de materiële aspecten van het kerkelijk leven, terwijl vicaris Aerden zich bezig hield met het pastoraat, de kerkelijke kunst, de liturgie en het onderwijs. In die tijd waren veel instellingen aan het bisdom verbonden.” Gerard noemt er enkele op zoals het Diocesaan Pastoraal Centrum, de Schoolraad, het industriepastoraat, de Stichting Overweg en de werkers voor Kerk en Samenleving. De Stichting Overweg gaf het bisdomblad uit en exploiteerde een boekhandel. Het bisdomblad telde in die tijd 3500 abonnees en kwam ongeveer 25 keer per jaar uit. Gerard: “Ik was toen administrateur. In 1999 benoemde bisschop Muskens mij tot econoom van het bisdom.”

Volkskerk en keuzekerk
“Door noodzakelijke samenvoegingen zijn veel instellingen verdwenen. Eigenlijk heb ik al die jaren meegewerkt aan de ombouw van een volkskerk tot een keuzekerk,” geeft hij aan. “Er zat veel werktijd in de begeleiding van de samenvoeging van parochies en het afstoten van kerkgebouwen. De kwantitatieve daling van de deelname aan het kerkelijk begon eigenlijk in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw,” constateert Gerard. “Zelf heb ik mijn wortels in die volkskerk.” Hij haalt graag herinneringen op aan die periode toen hij actief was als misdienaar bij de karmelietessen in Bergen op Zoom en in zijn parochiekerk.

“Soms diende ik wel twee keer op een dag de heilige Mis. Op de lagere school werd ik uit de klas gehaald om uitvaarten en bruiloften te dienen. Ook op de middelbare school kregen we degelijk godsdienstonderwijs.” Gerard had die tijd niet willen missen. “Doordat ik misdienaar was, raakte ik betrokken bij parochie en Kerk. Dit is altijd gebleven. Ik vind het voor de gelovige vorming van kinderen en jongeren nog steeds belangrijk dat ze misdienaar of misdienette zijn. De volkskerk droeg bij aan een sterk gemeenschapsgevoel en dat was goed. Dit is nu verminderd. De maatschappij is sterk geïndividualiseerd. Je merkt dit niet alleen binnen de Kerk, ook verenigingen vinden moeilijk vrijwilligers. Anderzijds zijn de gelovigen nu bewuster van hun eigen identiteit. Je moet er echt voor uit durven komen. In onze maatschappij zijn veel mensen op zoek naar de zin en betekenis van hun leven. Ze verlangen naar kennis over het geloof. Het is dan van belang dat gelovigen goed kunnen uitleggen waar ze voor staan, dat ze missionair zijn.”

‘Dit is een roeping’
“In die zin moet ook een econoom van een bisdom een gelovige persoon zijn, die geworteld is in de Kerk. Je kunt alleen goede adviezen geven als jezelf deel uitmaakt van de gemeenschap. Het econoom zijn van het bisdom is een roeping.” Vanuit dit besef heeft hij een advies voor zijn opvolger. “Wees zakelijk maar combineer die zakelijkheid met een open oog voor de noden van vrijwilligers. Opereer in goede harmonie met de basis.” Gerard kijkt terug op een gevarieerde loopbaan met verschillende hoogtepunten. Een hoogtepunt was ook de ontmoeting met Corrie Augustijn, die net als Gerard op de dienst financiën werkte. Hij is in 1990 met haar gehuwd en samen stichtten ze een gelukkig gezin met drie dochters.

Gerard blijft bij het bisdom betrokken. “Ik blijf werkzaam voor Centrum Bovendonk, de Volksabdij in Ossendrecht en de Woerdemansstichting. Deze stichting beheert een fonds dat bestemd is voor de opleiding en vorming van late roepingen. Daarnaast hoop ik tijd te vinden voor mijn hobby’s als de duivensport, mijn postzegelverzameling en het lezen van thrillers en romans. Ik herlees momenteel de zeeromans van Arthur van Schendel. Ik geniet daar erg van.”

Andere berichten