De gebedskring roepingen van het Bisdom Breda komt traditiegetrouw op Roepingenzondag, bij elkaar op de Priester- en Diakenopleiding Bovendonk te Hoeven. De bijeenkomst op zondag 7 mei staat in het teken van het diaconaat. Diaken Rob van Uden verzorgt een inleiding over de wortels van het diaconaat. Een vesperviering met uitstelling en aanbidding in de kapel van Centrum Bovendonk sluit de bijeenkomst af. Tijdens deze viering bidden de aanwezigen intensief om roepingen tot het priesterschap, het permanente diaconaat en het religieuze leven.
Aan de hand van afbeeldingen verkent diaken Van Uden de wortels van het diaconaat. In de Kerk bestaat een onderscheid tussen transeunte diakens en permanente diakens. Voor de eerste groep is het diaconaat een fase in de weg naar het priesterschap. De permanente diaken blijft diaken. Het is zijn roeping. De permanent diaken kan een gehuwde man zijn.
De diaken is een dienaar van de Kerk
In de Schrift vinden we, aldus Van Uden, verschillende functies van de diaken. Zo is de diaken iemand die aan tafel dient. De diakens is binnen de kerkelijke traditie een gekwalificeerde boodschapper. De heilige Augustinus stuurde zijn diakens erop uit om boodschappen over te brengen en toe te lichten. Een derde betekenis is martelaar of getuige. In de traditie kennen we de martelaar-diaken Laurentius.
De diaken is een dienaar van de Kerk. Officiële documenten spreken over een drievoudige diaconie:
– de diaconie van het woord
– de diaconie van de liturgie
– de diaconie van het liefdewerk
Christus Dienaar
De spiritualiteit van de diaken is geworteld in de houding van Jezus Christus die zelf dienaar was. Dit komt duidelijk tot uiting in het Johannesevangelie. De evangelist Johannes verhaalt de passage van de voetwassing, waarin Jezus treedt in de rol van de bediende en de voeten wast van de apostelen (Johannes 13, 1-20). Het evangelie van Matteüs heeft een onmiskenbaar diaconaal gehalte. We ontmoeten Jezus juist in de arme. In de kwetsbare mens komen we God tegen (Matteüs 25, 35-45). Matteüs beklemtoont ook in andere passages het belang van dienstbaarheid. Wie in de gemeente van Jezus Christus de grootste wil zijn, moet de dienaar van allen zijn. Ook in dit verband valt de term diaken.
In de loop van de kerkgeschiedenis is het diakenambt op de achtergrond geraakt. Het concilie van Trente (1545-1563) overwoog om het ambt van permanent diaken weer in te voeren, maar de concilievaders hebben dat toen niet gedaan. Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) heeft het ambt in ere hersteld.
De diaken spiegelt zich aan Jezus Christus die zichzelf geeft voor de ander. Dit komt in dit specifieke ambt duidelijk naar voren, aldus Van Uden die de aanwezigen oproept te blijven bidden voor roepingen tot het priesterambt, het permanente diaconaat en het religieuze leven.
Een diakenwijding op Bovendonk. (Foto: Johan Wouters)