Sinds 1986 heeft hij voor het bisdom Breda gewerkt. In die tijd heeft hij maar liefst vier bisschoppen als werkgever meegemaakt. Door sommigen wordt hij het ‘geheugen van het bisdom Breda’ genoemd, verwijzend zijn parate kennis op het gebied van (kerk)geschiedenis. Ook het aantal mensen dat hij kent, is ongekend. We hebben het over Hans de Jong. Op 22 december 2022 neemt hij afscheid na 36 jaar dienstverband. In een openhartig interview deelt hij een aantal momenten die indruk op hem hebben gemaakt. Ook komt zijn persoonlijke, diepgewortelde geloof aan de orde.
Als hij terugblikt, ziet Hans verschillende hoogtepunten. Met plezier kijkt hij terug op de bedevaarten die door het bisdom zijn gehouden. Zo heeft de bedevaart naar Rome in 2002 hem veel dierbare herinneringen gegeven. “Ik weet nog goed hoe humoristisch bisschop Muskens commentaar gaf op de bezienswaardigheden in Rome. Voor hem was het een spel om intussen ook zijn mening te geven over bijvoorbeeld het belang van synodaliteit, wat destijds beladen was, omdat Muskens graag een diocesane synode wilde houden. Dat stond op gespannen voet met de toenmalige Nederlandse bisschoppen.” De bedevaart had zelf ook meerdere hoogtepunten, vertelt Hans. “Ik denk aan de eucharistieviering op het hoofdaltaar van de Sint Pieter te Rome maar ook de hernieuwing van onze doopbeloften in de. Sint Jan van Lateranen. De hernieuwing van de doopbelofte vond ik erg indrukwekkend, omdat we daar naartoe werkten in het kader van het jubileum van het bisdom. Een jaar later zou het bisdom Breda immers haar 150 jarig bestaan vieren. Bisschop Muskens stelde het jubileum in het teken van het Doopsel, als fundament van het christen-zijn. Muskens sprak toen ook de woorden uit die nu nog op het opschrift van de vaas bij de ingang van het kantoor te lezen zijn: “Laat uw leven een weerspiegeling zijn van uw Doopsel” Dat moment raakte mij, en anderen ook.” De jubileumviering van het bisdom in 2003 vormde daarna een hoogtepunt. Voor die gelegenheid werkte Hans mee aan het jubileumboek ‘Gaandeweg aaneengesmeed’.
Dieptepunten waren er ook. Het overlijden van collega’s trof hem diep. Hans noemt met name het overlijden van Trees van Dongen in 2004 en Annemiek Waij in 2019. En dan de reorganisatie, waardoor nu zijn functie is komen te vervallen. Hij had liever tot zijn pensioen doorgewerkt. Twee keer eerder maakte hij een reorganisatie mee, in 1997 en 2013. “Reorganisaties zijn ook dieptepunten,” vertelt hij, niet zonder emotie. “Afscheid nemen van collega’s valt me zwaar.” Daarbij komt volgens Hans dat je voor een bisdom niet zomaar werkt. “Ik heb het altijd als levensvervulling gezien. Werken voor de Kerk is anders dan werken voor een bedrijf.”
“Ik heb altijd met vreugde gewerkt voor de bisschoppen,” benadrukt Hans. Van elke bisschop steekt hij iets op. Bisschop Ernst typeert hij als een “denker”. “Als je het afzet tegen deze tijd, kun je zeggen dat hij een fris ideeëngoed had, dat zeker ook bij deze tijd van de missionaire Kerk zou passen. Bisschop Muskens was meer een doener. Hij heeft heel wat gepresteerd, ondanks de beroerte die hij kreeg.” Hans: “bisschop Van den Hende heeft thema’s op de agenda gezet die mij persoonlijk aanspraken: de waarde van sacraliteit en liturgie in het kerkgebouw en de sociale leer van de Kerk. Bisschop Van den Hende is ook een bijzonder hartelijke en attente man. Bisschop Liesen zet deze lijn in zekere zin voort en legt als begaafd docent en predikant weer eigen accenten. Tijdens de bedevaart naar Polen in 2014 maakte hij een grote indruk met zijn preek in Wadowice. Deze ging over het gebed. “Als je bidt, ben je nooit alleen,” zei hij toen. Veel mensen waren door deze preek geraakt.”
“Ik herken wel iets in het beeld dat jongere generaties Jezus zien als een model voor een betere wereld, en dat wanneer je ouder wordt Christus’ rol als verlosser sterker naar voren komt. Dit geldt voor mij persoonlijk, maar het zijn ook essentiële notities als je spreekt over de toekomst van de Kerk en het mens-zijn.”
Nadenkend over de vraag naar zijn levensmotto, citeert Hans de heilige pastoor Van Ars: “Elk mens is wat hij voor God is, niets meer en niets minder.” Hieraan ontleent de mens zijn ultieme waardigheid, benadrukt Hans. “De betekenis van het mens-zijn vind je uiteindelijk toch in het eeuwige leven. Dat is niet iets dat je altijd voelt of waar je mee bezig bent. Iedereen heeft zijn ups en downs, en twijfels. Dat mag ook.” De waardigheid van de mens hield hem altijd al bezig. Maar nu hij ouder wordt steeds meer, omdat hij zich steeds meer gewaar wordt van zijn kwetsbaarheid en sterfelijkheid. Het is een bruggetje naar Hans’ diepgewortelde geloof. Veel heeft hij geschreven over Kerk en geloof, maar in berichten die een zekere journalistieke objectiviteit bevatten, klinkt zijn persoonlijke geloof niet gauw door. “Ik ben nu 64. Ik moet reëel zijn, het grootste deel van mijn aardse leven ligt achter mij. Mijn toekomst is niet op aarde. Ik heb me altijd voorgesteld dat je boven een zwart gat hangt als er geen leven na de dood zou zijn. Daar val je vroeg of laat een keer in. Maar ik geloof niet dat dat ons einddoel is. Ons einddoel ligt bij God, aan wie wij ons kunnen toevertrouwen en bij we geborgen zijn. Ik denk dat het belangrijk is dat we steeds beseffen dat het geloof dit voorhoudt en viert. Het is niet altijd gemakkelijk je aan dit geloof toe te vertrouwen. Ik herken wel iets in het beeld dat jongere generaties Jezus zien als een model voor een betere wereld, en dat wanneer je ouder wordt Christus’ rol als verlosser sterker naar voren komt. Dit geldt voor mij persoonlijk, maar het zijn ook essentiële notities als je spreekt over de toekomst van de Kerk en het mens-zijn.” Hans merkt op dat beschermwaardigheid van het leven, met name het kwetsbare leven, in de samenleving in toenemende mate onder druk staat, omdat de waardigheid van de mens niet meer aan God ontleend wordt. Een treffende manier om dit uit te drukken vond Hans in een werk van de dominicaan Timothy Radcliffe: “We moeten ons ervan bewust zijn dat de mens, vanaf het begin van zijn leven tot en met het einde toe is opgenomen in de liefdesgeschiedenis van God.”
“Mensen betrekken in het verhaal van God. Dat zou ook het vertrekpunt moeten zijn van de missionaire Kerk,” stelt Hans. Het Doopsel heeft hierin een centrale plaats, zoals bisschop Muskens het ook voorhield. Hij fronst wel eens zijn wenkbrauwen als hij merkt dat de missionaire Kerk charismatisch wordt ingevuld. De nadruk ligt dan vooral op bekering en daar gaat dan al gauw een dwingend karakter vanuit. Nabijheid is volgens hem een sterkere manier om missionair te zijn. Om die reden heeft Hans dan ook veel moeite met kerksluitingen. Kerksluitingen hebben voor een gemeenschap een grotere impact dan de coronapandemie, is zijn overtuiging.
Ondanks de moeilijke tijd van de reorganisatie, toont hij karakter door rotsvast in zijn geloof te blijven staan. “Je kunt niet altijd in een toppunt van enthousiasme leven,” relativeert hij. Wie denkt dat Hans de komende tijd met zijn armen over elkaar gaat zitten heeft het mis. Op verschillende plekken is hij betrokken bij vrijwilligerswerk en dat zal alleen maar intensiever worden. Het kan daarom zomaar gebeuren dat hij hier betaald werk in vindt, schat hij in.
Hans de Jong begon in 1986 als bibliothecaris voor het bisdom Breda. Vanaf 2000 kwam daar de bibliotheek van Priester- en diakenopleiding Bovendonk bij. Geleidelijk aan kwam daar meer perswerk bij. Eerst in de vorm van publicaties voorbereiden en teksten schrijven voor bisschop Muskens, later door het houden van interviews en het verzorgen van de knipselkrant.
Foto: Bisdom Breda