Jan Monden is afgelopen jaar met pensioen gegaan. Hij werkte tot en met 16 juli 2011 als docent levensbeschouwing aan het Roosendaalse Norbertuscollege. Als vrijwilliger bleef hij betrokken bij het project de Diaconale stad in Roosendaal. Voor de bedevaart vertelde hij in een interview dat hij na zijn pensionering gevangen zat in zijn eigen vrijheid. Voor hem was de centrale vraag van de bedevaart: “Wat wilt Gij dat ik doe?” dan ook bijzonder actueel.
Hij geniet van een glas bier een een pannini (broodje) in een klein restaurant in de schaduw van de H. Antoniusbasiliek in Padua. “Tot nu toe vind ik de bedevaart geweldig,” zegt hij. “Ik heb zojuist nog een sms-je naar mijn vrouw en kinderen gestuurd waarin ik vertel dat ik het heerlijk vind om met deze groep op pad te zijn. We zijn erg open naar elkaar toe.””
Proces is belangrijk
“Ik ben op zoek naar mijn levensopdracht,” filosofeert hij verder. “Je doet dit binnen een gezelschap met puur menselijke trekken. Er is behoefte aan rust. Soms is er onvrede. De dagelijkse beslommeringen in een groep belemmeren soms het zicht op de vraag waarvoor we hier zijn. Toch kan ik hier wel iets over zeggen. Eigenlijk kun je het antwoord op de vraag “Wat wilt U dat ik doe?” niet in één week geven. Het antwoord toont zich in verschillende deelantwoorden.” Monden illustreert dit. “Op zondag 23 oktober vierden we de eucharistie in Kufstein. Rector Schnell preekte hier over het vreemdeling- en pelgrim zijn.Als pelgrim moet je soms hobbels nemen. Het nemen van deze hobbels heeft ook zijn waarde. Vroeger werkte ik in het bedrijfsleven. Daar was het produkt belangrijker dan het proces. Mede door deze preek ontdekte ik dat ook het proces belangrijk is. Dat was een eerste deelantwoord.”
kleine deelantwoorden
“Mijn tweede deelantwoord kreeg ik in Assisi. Daar vroegen Franciscus en zijn volgelingen zich af hoe zij verder moesten. Zij sloegen de Bijbel open en lazen het verhaal van de rijke jongeling. Ik herken me in dit verhaal. Ik ben gelukkig getrouwd en gezegend met een lieve vrouw, lieve kinderen en kleinkinderen. Jezus vraagt de rijke jongeling alles achter te laten om Hem te volgen. Ik heb geworsteld met deze vraag en hierover met anderen gesproken. In deze gesprekken werd me duidelijk dat Jezus ons vraagt alles op te geven wat ons verhindert bij God te komen. Als je een gezin hebt, verwacht God van je dat je voor je gezin zorgt. Ook via je gezin kun je God dienen. Zo openbaart zich het antwoord van God in kleine deelantwoorden die we elkaar kunnen geven als we in geloof samen op weg zijn.”