Op dinsdag 29 oktober 2019 kwamen ongeveer 90 religieuzen samen in het klooster van de franciscanessen “Alles voor Allen” voor de jaarlijkse diocesane ontmoeting voor religieuzen in het Bisdom Breda.
Ruimte voor God
Het thema luidde “Religieus leven als pelgrimage”. In zijn welkomstwoord blikte bisschop Liesen terug op de diocesane bedevaart naar Subiaco en Montecassino. Hij typeerde de bedevaart als een “klooster op wielen”. Bisschop Liesen: “Je gaat op weg met mensen die je niet kent en niet hebt uitgekozen. Wanneer je optrekt met elkaar, stappen zet, ontstaat er ruimte voor God. Belemmeringen die er thuis zijn vallen weg. Bedevaartgangers zijn biddend onderweg en willen leerlingen van Jezus Christus zijn. Jezus was zelf ook voortdurend onderweg. Hij neemt ons mee. Gaandeweg gaat er iets van hem over op ons. Dat is de heilige Geest.”
In dit spoor keek bisschop Liesen ook vooruit naar de conferentie over parochievernieuwing ‘De Missionaire parochie – Als God renoveert’ die op 24 en 25 maart 2020 wordt gehouden. Dit betreft een tweedaagse bijeenkomst voor parochies in Nederland en Vlaanderen. De bisschop vroeg de religieuzen om de conferentie mee te nemen in hun gebed en te bidden voor parochievernieuwing in het algemeen.
Jezus volgen
Broeder Johan te Velde, benedictijnermonnik van de Sint Willibrordusabdij te Doetinchem, verzorgde een inleiding over het thema. “Pelgrimages staan al geruime tijd in de belangstelling,” hield hij voor. “Onderweg maak je van alles mee. De reis is belangrijker dan het doel. Ons mensenleven zelf is ook een reis en het maakt veel uit of wij geloven dat het een tocht is naar Gods koninkrijk of dat het uitloopt op stilte en leegte.”
“Je kunt het religieuze leven in sterke mate als een pelgrimstocht beschrijven,” vervolgt Te Velde. “De evangelist Lucas werkt deze gedachte sterk uit in zijn evangelie en het boek Handelingen der apostelen. Hij noemt christenen ‘mensen van de weg’. Jezus geeft drie aanbevelingen aan de mensen die hem willen volgen. De eerste is het ongehuwd zijn en leven in onthouding. De tweede is de gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid aan het evangelie, je medebroeders en -zusters en aan je overste. In het eerste opzicht lijkt het alsof je je bindt, maar het maakt je vrij. De derde raad is de armoede: de afwijzing van materialisme en verburgerlijking.” “We moeten steeds blijven oefenen in deze raden”, aldus broeder Te Velde, “want arm, kuis en gehoorzaam leven gaat nooit vanzelf.”
“Het gebed is de core-business voor een monnik”
Vervolgens spitste de broeder zijn lezing toe op het gebed. “Het gebed is de core-business voor een monnik. Als hij in het klooster is gekomen om God te zoeken dan is bidden de belangrijkste activiteit. Het contemplatieve leven is een leven van gebed en meditatie uit liefde voor God. Daarvoor moet een mens zich terugtrekken in stilte en eenzaamheid. De mensen die ervaring hebben met gebed en meditatie weten hoe lastig dit is. Mij helpt het altijd om te beginnen met een minuut of tien stil te staan bij de afgelopen dag en God heel concreet te danken voor al het goede dat ik mocht ontvangen. Ik probeer dan woordeloos bij Hem te zijn, stil op het ritme van de ademhaling, alles los te laten en alleen aan Hem te denken.”
Een op God gericht leven betekent ook een leven zonder aardse zekerheden, zonder houvast, zonder beelden van God, steeds weer de ‘stilte en leegte’ ingaan. “Contemplatie is een reis door de woestijn, aldus broeder Johan te Velde. “Bidden is vaak een eenzaam en donker avontuur. Natuurlijk heeft dit te maken met Gods anders-zijn, dat Hij niet te zien is. Het contemplatief gebed maakt duidelijk hoezeer we van God afhankelijk zijn. We kunnen niet invullen wat God ons zal geven. We kunnen alleen maar in aandacht, vertrouwen en hoop bij Hem blijven of beter: naar Hem toe blijven gaan.”
Na de lezing gingen de deelnemers met elkaar in gesprek aan de hand van een aantal vragen en baden zij gezamenlijk de vespers. Jan Schuurmans verzorgde de muzikale ondersteuning.
(Foto: Egbert Bornhijm)