Op vrijdag 1 september, op de Wereldgebedsdag voor de schepping, vierde Geerten Kok zijn veertigjarig jubileum als pastoraal werker. De aandacht voor de schepping en hoe wij hierin ‘thuis zijn’, weerklonk verschillende keren op deze feestelijke dag. Een dag met een franciscaans tintje. In de heilige Franciscus vond Geerten een aansprekende inspirator, iemand die in tijden van verandering vasthield aan het wezenlijke van de kerk.
De jubileumdag begon met een eucharistieviering in de H. Michaelkerk in Breda. Vicaris Paul Verbeek was hoofdcelebrant. “We willen de Heer loven, ‘dank je wel zeggen’ juist vandaag,” aldus de vicaris. “God draagt ons, maar we vragen Hem ook om het licht in ons brandend te houden.” Het evangelie van de dag ging over de tien bruidsmeisjes die de bruidegom opwachten. De helft van hen bereidt zich daar goed op voor, de andere helft niet. Uiteindelijk willen de verstandige meisjes de domme niet helpen. (Matteüs 25:1-13). Paul: “Op het eerste gezicht lijkt dat niet erg barmhartig van die verstandige meisjes. Maar als je begrijpt dat zij hiermee eerlijk hun grens aangeven, lees je het anders. We kunnen veel goeds doen, maar we moeten niet over onze grenzen heengaan.” In veertig jaar tijd maakte Geerten volgens hem veel bewegingen mee in het bisdom. Ook spanningsvelden. “Elke keer wist je met een diep geloof weer balans te vinden.”
“Draag uit dat je het fijn vindt om de ander dienstbaar te zijn. Het gaat niet alleen om wat je doet voor een ander, maar om hoé je het doet. Doe het met een innerlijke glimlach.”
Na een moment van pauze en ontmoeting hield franciscaan Roland Putman een inleiding over de spiritualiteit van Franciscus. Putman hield de aanwezigen voor dat God niet abstract is, maar aanwezig in de ander, in de kwetsbare, zoals Jezus zelf in kwetsbaarheid gekomen is. “De weg van geloven gaat om openheid voor Gods aanwezigheid. Laten we daarom luisteren naar de ander. We zijn uitgezonden als missionaire kerk om te getuigen van de Hoop die in ons leeft.” In de drie steekwoorden danken, dienen en dragen werkt Putman uit hoe we hierin Jezus kunnen navolgen. “Draag uit dat je het fijn vindt om de ander dienstbaar te zijn. Het gaat niet alleen om wat je doet voor een ander, maar om hoé je het doet. Doe het met een innerlijke glimlach.”
Vicaris-generaal Norbert Schnell nam een duik in de geschiedenis van het ambt van pastoraal werker. Die gaat terug tot het Tweede Vaticaans Concilie en kent sindsdien verschillende ontwikkelingen waarin de kerk ook zoekende is naar hoe de zending van pastoraal werker zich verhoudt tot het priesterschap. “Niet alle taken hoeven door een priester te gebeuren,” benadrukt Norbert, verwijzend naar de verantwoordelijkheid die elke gedoopte heeft in de zending van de Kerk. “Als een van de eersten is Geerten in deze ontwikkeling gaan staan.” In verschillende functies heeft hij vervolgens veel betekend voor kerkopbouw. “En dat doet hij nog steeds, op alle niveaus. Met een blik voorwaarts zoekt hij naar hoe je met elkaar kunt samenwerken en hoop kunt houden.”
“Leef ten volle in de tijd en op de plaats waar je geplant bent – trek je niet terug in een vesting. Laat zien wie je bent en wat je ter harte gaat.”
Geerten hield zelf ook een voordracht. Hij richtte zich in dankbaarheid tot zijn familie, vrienden en collega’s. Hij weet zich “thuis in de kerk”, als een vis in het water, ook al is het water in de voorbije veertig jaar veranderd. Van de grote volkskerk is weinig over, maar in ons hart leeft ze nog vaak als referentie en als verlangen. Hoe houd je het dan vol? Geerten: “Als gelovigen kunnen we ons verwant voelen aan het joodse volk dat in Babel in ballingschap was. Hoe houd je in een vreemde cultuur je eigen overtuiging en idealen in stand? De profeet Jeremia hield hen voor: ga voluit wonen en leven in die vreemde stad, en bid voor die stad, want haar bloei is ook jullie bloei. Behoed en behoud je eigen identiteit – maar leef ten volle in de tijd en op de plaats waar je geplant bent – trek je niet terug in een vesting. Laat zien wie je bent en wat je ter harte gaat. Zo kun je missionair zijn, en in de samenleving van betekenis zijn, en in wat je doet en nalaat laten zien wat God aan goedheid gunt, wat Hij van ons vraagt in goede zorg voor medemensen en voor de schepping… Doe dat aantrekkelijk. Dan kunnen we mensen aantrekken.”